In Nederland leven, of leefden, ruim driehonderd bijensoorten. Vele heeft u nooit gezien, want zeker dertig soorten zijn inmiddels verdwenen en meer dan de helft van de rest is bedreigd. De gewone honingbij komt het meeste voor. Anders dan u misschien zou denken, gaat het met de bijen niet slecht in de stedelijke omgeving.

In het weekend van 18 en 19 april is er in Nederland voor de derde keer een landelijke bijentelling gehouden. Na drie jaar kunnen nog geen echte conclusies worden getrokken. Daarvoor moet er vijf jaar op rij geteld worden. In totaal hebben er 10.539 mensen meegedaan. In Amsterdam waren dat er 110. In het verspreidingsgebied van de IJopener zeven, waarvan vier in het Oostelijk Havengebied en drie in de Indische Buurt. In totaal zijn er in heel Nederland 136.027 bijen geteld. De gedomesticeerde honingbij staat op een royale eerste plaats met 54.530, gevolgd door de Rosse Metselbij, een wilde bij, met 20.329. De Sachembij, ook een wilde bij, staat op de derde plaats met 13.502. Op de tiende plaats eindigt de tuinhommel met 5218. De hommels waren dit jaar dus niet royaal vertegenwoordigd. De reden is waarschijnlijk het mooie voorjaarsweer, waardoor de hommelkoninginnen, alleen zij overwinteren, ondergronds al aan het nestelen zijn. De honingbij doet het zo goed doordat ook in de stad veel hobby-imkers kasten hebben staan. De Rosse Metselbij profiteert waarschijnlijk van de vele bijenhotels in de tuintjes en op de balkons en van de bijenplanten die de afgelopen jaren zijn geplant.

Bijenhotel op het zuiden

Wilde bijen en honingbijen zijn totaal verschillend van elkaar en leven ook heel anders. Van de wilde bijen, waar ook de hommel bij hoort, leeft driekwart alleen oftewel solitair. Bij veel wilde bijensoorten verloopt het leven van een vrouwtje na de paring in eenzaamheid. Zij gaat op zoek naar een plek om een nest te bouwen. Dat kan zijn in kevergangen in oude bomen, in weidepalen, graspollen en holle plantenstengels. In een bebouwde omgeving maken zij graag gebruik van de bijenhotels. Andere, waaronder hommels, graven hun nest in de grond. Altijd op een droge plek in het zonnetje. 

De meeste bijen nestelen in de buurt van hun geboorteplek. De vrouwtjes graven een gang, soms met zijgangen. Meestal doen ze dat alleen. Sommige soorten doen dat wel gezamenlijk, maar toch ieder apart. Bijenhotels worden alleen bezocht als het hotel met de ingang op het zuiden hangt en er geen planten (vocht) overheen hangen. Bij voorkeur met bloemen in de directe omgeving.

Kort leven beschoren

In hun nest bouwen de vrouwtjes broedcellen, waarin voedsel voor de larven wordt opgeslagen. Dat bestaat uit stuifmeel en nectar. Daar bovenop leggen ze één eitje. Dat kan een bevrucht eitje zijn, dan wordt het een vrouwtje, of onbevrucht, dan wordt het een dar (mannetje). De broedcel wordt vervolgens afgesloten. In de nesten zijn meerdere broedcellen, waarin per cel altijd maar één eitje ligt. Daarna verlaat de moeder het nest en laat haar ‘kinderen in spe’ aan hun lot over.

Als ze pech heeft, is er voordat de broedcel werd gesloten een koekoeksbij langs geweest, die haar eitje erbij heeft gelegd. De larve van de koekoeksbij komt eerder uit, doodt de oorspronkelijke bewoner en doet zich vervolgens tegoed aan het opgeslagen voedsel. Maar dat komt het vrouwtje nooit te weten. Zij gaat als het nest klaar is op zoek naar een andere plek om een nieuw nest te bouwen en de hele procedure begint opnieuw. Na een aantal nesten gebouwd te hebben, sterft het vrouwtje, bij sommige soorten al na een paar weken. Haar energie is op en haar vleugels zijn versleten. 

De tijd dat een bij actief is wordt vliegtijd genoemd. Hoe lang die is, verschilt per bij en de verschillen kunnen groot zijn. Er zijn bijen die alleen in het voorjaar actief zijn, andere alleen in de zomer. Bij de meeste bijen zie je in het voorjaar in eerste instantie veel vrouwtjes, dat zijn de bijen die als prepop hebben overwinterd. Zij zijn dus nog van de vorige zomer en zorgen voor een nieuwe generatie. 

Paardenbloem favoriet

Bijen en bloemen zijn van elkaar afhankelijk. De bloemen maken het voedsel voor de bijen, de bijen zorgen voor de voortplanting van de bloemen. De afhankelijkheid van de bijen van de bloemen is groot, omdat zij geen ander voedsel gebruiken dan stuifmeel en nectar. Stuifmeel bevat eiwitten voor de larven en nectar bevat energie voor zowel de larven als de volwassen dieren zelf.

Bijen zijn belangrijk voor het ecosysteem. Veel planten dragen pas vrucht nadat insecten het stuifmeel van de ene naar de andere bloem hebben overgebracht. Vooral honingbijen en hommels leveren met hun bestuiving een belangrijke bijdrage aan de teelt van hard- en zachtfruit. Ook in de kas worden regelmatig hommels ingezet om kasgroenten, zoals tomaten, aubergines, paprika en komkommer te bestuiven. Net zoals bij de zaadteelt voor bijvoorbeeld kool, sla, peen en ui. Wilde bijen, zweefvliegen, hommels en vlinders hebben een kleinere rol in de bestuiving bij land- en tuinbouw. Zij spelen vooral een rol in het behoud van de biodiversiteit. Zo’n tachtig procent van de planten, bomen en struiken wordt door hen bestoven.

De bijen brengen het stuifmeel en de nectar direct naar het nest en daarom is het belangrijk dat de bloemen dichtbij het nest te vinden zijn. Voor de kleine soorten moeten de bloemen toch wel binnen de 150 meter staan en dan moeten ze nog altijd flinkwat heen en weer vliegen. De grotere kunnen driehonderd meter overbruggen en een nog grotere, zoals een hommel, vliegt enkele honderden meters tot enkele kilometers.

Jammer genoeg zijn er steeds minder bloemen in de natuur te vinden, waardoor het niet goed gaat met de bijen. De bermen worden te vaak en te vroeg gemaaid, de weiden bestaan uit raaigras zonder bloemen, er worden veel pesticiden gebruikt en veel mensen in de stad prefereren design tegeltuintjes met veel bamboe en gemak in onderhoud. Wilt u weten hoe u iets kunt betekenen voor de bijen? Kijk dan op de site van de Bijenclub. Daar vindt u een bloemen kalender die aangeeft welke bloemen in welke maanden het best voor de bijen zijn. Hun favoriete bloem is en blijft de paardenbloem. Misschien een bak paardenbloemen op het balkon?

In het oktobernummer besteden we aandacht aan de honingbij. Informatie: bijenclub.com

deel dit artikel: