Voor de tweede keer sinds 2018 wordt in het Muziekgebouw aan het IJ de Strijkkwartet Biënnale gehouden. Buurtgenoot en oprichter van dit festival Yasmin Hilberdink vertelt waarom strijkkwartetten haar zo raken en hoe het kan dat haar biënnale in relatief korte tijd een succes werd. ‘Men houdt hier van experimenten.’

Hoe lang is het geleden, beste lezer, dat u het prachtige, beetje grillige strijkkwartet nr. 15 van Ludwig van Beethoven hoorde en zag spelen? Heel lang, misschien wel nooit? U krijgt eind volgende maand, in 2020, een nieuwe kans. Dan wordt in uw eigen buurt de Strijkkwartet Biënnale gehouden. In het Muziekgebouw aan het IJ. Het is voor de tweede keer dat het plaatsvindt. In zijn korte bestaan is dit strijkfestival uitgegroeid tot een internationale gebeurtenis die zijn weerga waarschijnlijk niet kent wat grootte en kwaliteit betreft.

Strijkkwartet nummer 15 opus 132 behoort tot ‘de late Beethovens’: vijf muziekstukken voor vier strijkers die de maestro in de laatste fase van zijn leven componeerde en die volgens kenners in schoonheid en complexiteit onovertroffen zijn. ‘Het zijn grensoverschrijdende werken die al tweehonderd jaar actueel zijn’, zegt Yasmin Hilberdink, de 52-jarige directeur en oprichter van de Strijkkwartet Biënnale. ‘Voor mij zijn ze het summum. Anders, modern, fundamenteel. Ze raken je zoals de beste Beatles-songs: alles klopt.’ Beethovens nr. 15 wordt op de avond van de eerste biënnale-dag uitgevoerd.

Buurtgenoot

Yasmin Hilberdink is een buurtgenoot. Ze woont op het Borneo-eiland in het Oostelijk Havengebied. Zelf speelde ze ooit cello, maar daarmee is ze gestopt omdat ze er te laat mee begon. Ze is in Istanboel geboren, woonde lang in Wenen en kwam door de liefde naar Amsterdam. Ze werkte als concertorganisator bij de Stichting Kamermuziek Amsterdam en wilde op een sleutelmoment in haar leven zelf iets doen met waar haar kennis en passie lagen: het strijkkwartet, een kamermuziekbezetting voor twee violen, altviool en cello.

Yasmin Hilberdink

In een aanloopfase van drie jaar slaagde Hilberdink er samen met drie collega’s in de Strijkkwartet Biënnale tot leven te brengen. ‘Een prestatie van formaat’, zoals een muziekrecensent desgevraagd toelicht. ‘Je moet wereldwijd contacten hebben, je hebt veel geld nodig, een theater, en dan moet je alles nog tot in de kleinste details organiseren. Van musici boeken tot kaartverkoop en catering.’

In 2018 kon ze beginnen. Dankzij steun van privé-donateurs, later aangevuld met subsidie van rijk en gemeente. Nu heeft ze een tweejaarlijkse begroting van achthonderdduizend euro. Haar eerste editie duurde acht dagen en trok elfduizend bezoekers. Met de tweede aflevering, van 25 januari t/m 1 februari 2020, hoopt ze veertienduizend bezoekers binnen te halen. Er is uiteraard veel muziek: ongeveer vijftig concerten door 25 internationale en Nederlandse strijkkwartetten. Maar er is ook lekker eten, er zijn lezingen, masterclasses, koffiepraatjes en ontmoetingen met musici.

Ontmoetingsplaats

Yasmin Hilberdink wilde vanaf het begin met haar biënnale het strijkkwartet ontdoen van zijn stoffige imago. Ze wilde een ontmoetingsplaats voor jonge musici creëren, waar ze ideeën en inspiratie konden opdoen en delen. Een plek ook waar Nederlandse kwartetten zich met buitenlandse zouden meten. Het moest een festival voor klassieke én moderne muziek zijn.

Het Nederlandse publiek lijkt haar biënnale te hebben omarmd. Hilberdink voelt zich geaccepteerd in Amsterdam; voor iemand met Turks-Weense wortels niet vanzelfsprekend. Wenen, toch echt een muziekstad, zou volgens haar een onbekend festival niet zo snel en massaal hebben gesteund. ‘De mentaliteit hier is opener. De mensen houden van experimenten. En je wordt op je daden, niet op je reputatie beoordeeld.’

Waarom betekent het strijkkwartet zo veel voor haar? Als ze daarover vertelt komt ze haast woorden te kort. Ze roemt de puurheid ervan, het kleine, intieme en ambachtelijke: net zo lang bijschaven tot elke noot perfect klinkt. ‘Het strijkkwartet is als een goed gedicht. Met het meest minimale iets maken wat alles zegt.’

Ze heeft voor de bezoekers nu al een paar tips. Vanzelfsprekend de late Beethovens. Daarnaast de première van What Remains, een werk van de jonge Nederlandse componist Joey Roukens uitgevoerd door het Dudok Kwartet. En dan iets waar ze zelf erg trots op is: een optreden van het Turkse Borusan Quartet, voor het eerst in Nederland.

Yasmin Hilberdink hoopt dat ook buurtgenoten naar het Muziekgebouw komen. Ze zoekt nog vrijwilligers voor hand- en spandiensten. Voor een volgende editie van haar biënnale houdt ze zich aanbevolen voor suggesties over buurtparticipatie. Buurt en theater weerspiegelen volgens haar door hun karakter en ligging aan het IJ datgene wat ze met haar strijkkwartetfestival ook beoogt: openheid, originaliteit en een hang naar het nieuwe.

deel dit artikel: