Door de lockdown vanwege corona begon ik met een dagelijkse wandeling in het Flevopark. Elke keer op weg daar naartoe passeerde ik in de Javastraat een deur waarop het bordje ‘atelier Mark van Praagh’. Voor mij een uitnodiging Mark te interviewen voor de IJopener. Dat bleek een schot in de roos. Hij is een veelzijdig kunstenaar, een die je niet vaak tegenkomt.

Mark, geboren in 1957 op Curaçao, studeerde in 1981 af aan de Rietveld Academie in schilderen en grafiek. Dat was voor hem niet genoeg, en hij breidde zijn oeuvre uit met ruimtelijke vormgeving. Mark woonde afwisselend in Hilversum, Amsterdam, Hilversum en besloot uiteindelijk acht jaar geleden definitief te kiezen voor de Javastraat in Amsterdam. Mark: ‘Amsterdam is heerlijk om te wonen en helemaal de wijk waarin ik woon. Er is veel diversiteit, wat de wijk zo aantrekkelijk en bruisend maakt.’ Voor Mark genoeg kleurrijke figuren om te portretteren, soms geschilderd en soms verwerkt in een linoleumsnede. Het liefst werkt hij met een model dat poseert. Hij heeft wel eens uit pure noodzaak gewerkt naar foto’s, maar dan moeten het er wel zoveel zijn, dat je een beeld krijgt van hoe iemand kijkt of lacht, of zijn hoofd beweegt. Lachend: ‘Toen ik net afgestudeerd was, portretteerde ik alleen mensen die de tijd wilden nemen om te poseren. Ik plande dan bijvoorbeeld vier sessies van twee uur, omdat ik vond dat ik die tijd nodig had. Nu heb ik niet zoveel tijd meer nodig hoor.’ 

Fascinatie voor ritme

In bijna al het werk van Mark staat één ding centraal: het ritme der dingen. Dat kan de ritmiek zijn in de bomen, in het gras, de golven in het water, of de ritmiek die ontstaat door het samenvoegen van het hout waarmee hij werkt. Bij de bomen, die hij graag en vaak schildert, ziet hij de ritmes van de opgaande lijnen van de stam en de takken die de verbinding van de hemel naar de aarde maken. Het beweeglijke gras bestaat voornamelijk uit verticale lijnen, terwijl golven weer een horizontaal ritme hebben. Schilderen doet hij altijd in het open veld. Meestal zijn het olieverfschilderijen. Soms werkt hij wel tien uur per dag aan een schilderij.

Hij wil alles wat om hem heen gebeurt proeven en ervaren. ‘Ik schilder vaak in Frankrijk en daar is een pad door de velden dat ik regelmatig schilder. Toch is het iedere keer anders omdat het licht steeds verandert, maar ook de kleur van de natuur zelf, afhankelijk in welk jaargetij ik er ben. Hier zoek ik ook de ritmes in het landschap. Je beleeft het meer als je er zelf deel van uitmaakt. Mijn partner en ik gaan ieder jaar naar Kreta. Daar maak ik tijdens het wandelen vaak snelle aquarelschetsen van de zee. Omdat het daar warm is droogt de verf vrij snel. Ik werk het liefst nat in nat, dus moet ik het papier steeds nat maken om die effecten te krijgen, die specifiek zijn voor aquarellen.’

De zee doet zijn werk

Als Mark op Kreta is, gaat hij op zoek naar hout uit zee. Inmiddels kent hij de plekken waar veel drijfhout aanspoelt. Niet alles neemt hij mee. Op het strand wordt het hout al zeer zorgvuldig uitgezocht om het vervolgens mee te nemen naar zijn vakantie-onderkomen. Daar wordt alles nog eens goed bekeken. ‘Wij hebben een bagagelimiet van tachtig kilo, dus daar mag ik met mijn hout niet overheen.’ Het hout wordt bij het maken van zijn ruimtelijk werk niet meer bewerkt. ‘Dat hebben de zee en het zand al voor mij gedaan. Het is meestal helemaal glad geschuurd en heeft door het zonlicht een prachtige lichtgrijze kleur gekregen. Daar hoef ik dus niets aan te doen. Thuis breng ik het hout naar mijn atelier in Bussum. Dit is een antikraak atelier van driehonderd vierkante meter. Al het hout ligt op de grond en is gesorteerd op kleur, grootte en vorm. Ik bedenk een vorm, zoek het passende hout bij elkaar, leg het weer terug, pak iets anders, net zolang totdat het het beeld vormt dat ik wil maken. Dan komt het ritme weer. Ik maak graag trappen en trappetjes die door hun vorm een bepaald ritme aan mijn werk geven.’

Eigen handschrift

‘Ik zie overal de structuur in de herhaling. Dat is zo in mijn ruimtelijk werk, mijn schilderijen, maar ook in mijn grafisch werk. Ik maak graag linoleumsneden, waar soms de ritmiek van de zee of het gras in terug te vinden is. Vorig jaar heb ik naar aanleiding van de bosbranden in Australië een heel bijzondere linoleumsnede gemaakt. Omdat ik er natuurlijk fysiek niet bij was, heb ik eerst heel veel films bekeken, totdat ik wist hoe ik het vuur en de brandende bomen in hun ritme kon laten zien. Dat werd een lino met acht verschillende drukgangen.’ Mark ontwikkelde voor zijn kalligrafisch werk een heel eigen taal, die in eerste instantie lijkt op Chinese tekens. Die tekens kalligrafeert hij op bijvoorbeeld heel dunne stof, die dan als vaandels aan het plafond worden gehangen. Omdat de stof zo dun is, gaan de vaandels door de luchtverplaatsing zachtjes bewegen, wat een heel bijzondere gewaarwording is. Tijdens een expositie in Washington ontdekte Mark het effect ervan. Deze zelfbedachte handschriften gebruikt hij voor veel van zijn kalligrafisch werk en het heeft altijd een betekenis.

Fine Arts

Mark en zijn partner Dominic vonden het een goed idee om speciaal voor de buurt een kleine huisgalerie in te richten. Steeds als die geopend is, hangt op nummer 194 in de Javastraat de vlag ‘Fine Arts’ uit. Mensen die dat leuk vinden, kunnen binnen een kijkje komen nemen. ‘Dat regelt Dominic allemaal. Ik ben er meestal wel, maar werk in mijn kleine atelier achter het huis. Het is leuk dat er regelmatig mensen binnenlopen.’ Trouwens, aan aandacht komt Mark niets tekort. Hij exposeert in binnen- en buitenland en wordt regelmatig genomineerd voor een prestigieuze prijs, waarvan de nominatie al even eervol is als een prijs winnen, vindt hij.

Informatie: www.markvanpraagh.nl
Galerie: www.finearts.network

Code Oranje, linoleumsnede
Stairway to Heaven, strandhout
deel dit artikel: