Via Leerorkesten krijgen veel leerlingen van basis- en middelbare scholen les in het bespelen van een muziekinstrument. Dat is belangrijk voor hun muzikale en sociale ontwikkeling. Maar hoe komen leerlingen aan een instrument en hoe weten ze wat bij hen past? We bezochten in Amsterdam-Oost het landelijke instrumentendepot en maakten een les mee van het Wijktalentorkest Indische Buurt.

Vlak naast de Nedpho Koepel in de Batjanstraat bevindt zich het instrumentendepot van het Leerorkest. Vanuit het depot vinden jaarlijks honderden muziekinstrumenten hun weg naar leerorkesten en muziekleerlingen in heel Nederland. Wij vroegen ons af hoe het depot aan al die instrumenten komt en wie in aanmerking komt voor een leeninstrument. En wat doen ze met defecte instrumenten? 

Jeffry Rampen is coördinator van het depot en zelf ook muzikant. ‘Ik speel gitaar, bas en slagwerk. Dat zijn dan wel geen symfonische instrumenten, maar als je affiniteit hebt met muziek en een instrument bespeelt, dan is zo’n instrumentendepot de hemel’, vertelt Jeffry enthousiast. ‘Je kunt het zo gek niet bedenken of je kunt het hier vinden. Van trompetten en tuba’s tot klarinetten, hobo’s en fagotten. En snaarinstrumenten, zoals violen, cello’s en contrabassen. Naast deze symfonische instrumenten (bedoeld voor het symfonieorkest) krijgen we ook slagwerk, keyboards, saxofoons en gitaren binnen. Die zijn leuk voor popbands op scholen bijvoorbeeld. De meeste instrumenten zijn gedoneerd door particulieren die niets meer met hun instrument doen en er graag een nieuwe bestemming aan willen geven.’ 

Jeffry legt uit dat de filosofie van het eerste leerorkest, dat directeur Marco de Souza in 2005 in Amsterdam-Zuidoost heeft opgericht, nog steeds recht overeind staat. Zijn idee was om samenwerking tussen kinderen te stimuleren via het spelen in een orkest waar ieder kind aan kan meedoen. Waarbij elk kind een eigen rol speelt én de verantwoordelijkheid krijgt om gezamenlijk iets moois neer te zetten. Kinderen mogen zelf het instrument kiezen dat ze willen bespelen.

Depot met drie ateliers

‘Gedoneerde instrumenten moet je altijd nakijken of ze nog speelbaar zijn’, vertelt Jeffry. ‘En muziekinstrumenten hebben onderhoud nodig. Het eerste leerorkest had dan ook meteen een werkplaats, maar die was al gauw te klein.’ In 2014 verhuisde het depot naar de Batjanstraat. ‘Er ontstond een instrumentendepot met daarnaast drie werkplaatsen, één voor koper-, één voor strijk- en één voor houtblaasinstrumenten.’

Per werkplaats coördineert een werkmeester het werk van de 35 vrijwilligers. Dat zijn niet allemaal deskundigen. Jeffry: ‘Onze filosofie is dat iedereen iets kan. En dat je ook al doende bij kunt leren. Zeker als je gemotiveerd bent, kun je veel plezier beleven aan het repareren van instrumenten en het samenwerken met collega-vrijwilligers. We hebben nog steeds vrijwilligers van het eerste uur hier werken, zo gegrepen zijn ze door het werk.’

We maken een rondje in het depot en beginnen bij Depot Inkomend. Jeffry haalt enkele instrumenten uit de koffers. ‘Donateurs doen er vaak briefjes bij, bijvoorbeeld met “veel plezier ermee”. Mensen vinden het echt leuk dat hun oude instrument een nieuwe bestemming krijgt. Bij binnenkomst krijgt elk instrument een uniek nummer zodat we precies kunnen nagaan waar het zich in het depot bevindt. Daarna gaat het naar een van de drie ateliers waar het wordt nagekeken. Daar wordt het schoongemaakt, eventueel gerepareerd maar soms ook afgekeurd als het echt niet meer goed speelbaar is te krijgen.’ 

Wat zijn de meest voorkomende problemen? ‘Dat is bij elke instrumentencategorie weer anders’, vertelt Jeffry. ‘Bij het koper zoals trompetten en bugels zijn het vaak de ventielen die niet meer soepel lopen en gesmeerd moeten worden. Bij trombones en tuba’s is er nogal eens wat verbogen.’ 

Meubelmakers aan de slag

Het Instrumentendepot doet ook het onderhoud van de uitgeleende instrumenten. Jeffry: ’Soms vraag je je af, hoe krijgen ze dit kapot, wat hebben ze ermee gedaan? Hoe kun je de kelk van een trompet veranderen in een soort wokkel? Gelukkig komt zoiets zelden voor, maar bij zo’n geval hoop je dat de leerling ervan geleerd heeft en in de toekomst voorzichtiger met zo’n instrument omgaat.’ 

Cello’s en contrabassen willen nog wel eens vallen waardoor de hals kan afbreken. Ook de kam waarop de snaren staan is een gevoelig onderdeel. In het strijkinstrumentenatelier is dat allemaal prima te repareren. We ontmoeten er de vrijwilligers Sjef en Maurice. Ze spelen geen viool of cello, maar ze hebben veel plezier in het repareren ervan. Sjef: ‘Ik ben meubelmaker van origine dus ik weet hoe ik hout moet bewerken. Bij het opzetten en spannen van de snaren gebruiken we een digitaal stemapparaat, maar ik kan niet beoordelen of hij goed klinkt en lekker speelt. Dat vragen we aan onze werkmeesters, die met verschillende instrumenten ervaring hebben. En soms ook aan een muzikant, bijvoorbeeld iemand van het Nederlands Philharmonisch Orkest hier om de hoek.’ 

Klarinet, hobo, fagot en fluit zijn belangrijke houtblaasinstrumenten voor wijktalentorkesten en leerorkesten. Het onderhoud daarvan is nogal priegelwerk. Bij een hobo of klarinet bijvoorbeeld moeten de viltjes op de kleppen om de zoveel tijd worden vervangen. En dan moet je de kleppen eraf halen. Om het instrument daarna weer in elkaar te zetten is een heel secuur werkje. Vooral ook omdat veel kleppen met elkaar in verbinding staan. ‘Dat chirurgenwerk moet je echt liggen’, vertelt Jeffry, ’maar het is dankbaar werk als het af is en het instrument weer lekker speelt.’ 

Snuffelinstrumenten

De instrumenten gaan op aanvraag naar Leerorkesten in het hele land, of naar individuele leerlingen die zich aan hebben gemeld via twee jeugdfondsen. Het gaat daarbij vooral om leerlingen uit gezinnen met een krappe beurs of die niet zo makkelijk toekomen aan het maken van muziek of oefenen op een instrument dat nieuw vaak veel te duur is. 

Jeffry: ‘Leerlingen beginnen meestal vanaf groep vijf. Ze krijgen ‘snuffelinstrumenten’, gewoon om uit te proberen wat ze leuk vinden. Soms switchen ze na een jaar naar een ander instrument. Sommigen zijn niet te stoppen en hebben talent. Die kinderen komen dan in aanmerking voor bruikleeninstrumenten van betere kwaliteit.’ 

Het Instrumentendepot is uniek in Nederland. Jeffry: ‘We hebben alles zelf uit moeten vinden en er structuur in aangebracht. Maar flexibel zijn is ook belangrijk. Denk bijvoorbeeld aan de nieuwe toestroom van vluchtelingen. Nu al komen er aanvragen binnen van vluchtelingen die huis en haard hebben moeten verlaten en hun muziekinstrument niet hebben kunnen meenemen. We zijn nu bezig om te kijken hoe we ze kunnen helpen, want het aantal aanvragen uit die hoek zal zeker toenemen.’ 

Een muziekinstrument doneren? Raadpleeg de lijst van benodigde instrumenten op www.leerorkest.nl/instrument-schenken
Heb je vragen? Bel met het Instrumentendepot (020 3032821) tussen 10-16 uur op werkdagen.

Wijktalentorkest Indische Buurt

In een aantal buurten in Amsterdam zijn Wijktalentorkesten opgericht. Wij namen een kijkje bij het orkest in de Indische Buurt. Het is hard aan het oefenen voor de uitvoering op 17 juni van het Groot Leerorkest in het Concertgebouw, waar Leerorkesten uit heel Nederland samen met het Philharmonisch Orkest vieren dat het eerste Leerorkest in 2005 werd opgericht. Ze spelen onder meer de symfonie nr. 9 van Beethoven, de Hongaarse Dans nr. 5 van Brahms en de Leerorkest Blues. 

We praten met drie leerlingen die meedoen in het Wijktalentorkest Indische Buurt en hun instrument in bruikleen hebben via het Instrumentendepot. 

Nazareth strijkt de cello. Leeftijd: 13 . School: 1e klas, Montessori Lyceum Oost 

‘Ik vind het geluid van de cello heel mooi, vooral de lage tonen. En het is leuk om samen met anderen te spelen in een orkest. We hebben nog drie andere cello’s in het wijkorkest.’ 

Margot blaast de klarinet. Leeftijd: 11 . School: groep 7, Kunstmagneetschool De Kraal 

‘Ik heb eerst slagwerk en trompet gedaan, maar vond klarinet mooi klinken en wou er meer van weten. Ik speel nu op een oude Selmer-klarinet met een warm geluid. Het orkest vind ik leuk omdat je dan meer klanken bij elkaar hoort komen

Kick speelt op contrabas. Leeftijd: 10. School: groep 7, Indische Buurt School

‘Je kan er op strijken met een strijkstok, maar ook plukken en dan klinkt het lekker swingend. Hij kan ook heel laag.’

Wil je ook meedoen met het Wijktalentorkest: www.leerorkest.nl/indische-buurt

deel dit artikel: