De IJopener is in de vorige editie een serie begonnen over markante schepen in ons verspreidingsgebied. Dit keer de Hunter, een havensleper die na heel wat omzwervingen en een fikse verbouwing een echt woonschip werd.

Sommige schepen geven een visitekaartje af, meteen als je aan boord stapt. De Hunter doet dat op haar boeg in de vorm van een rood-wit stalen plaquette die eruitziet als een wapenschild. Er staan een P en een A op, intitialen van Petersen & Alpers, een sleepbootrederij in Hamburg en een van de oudste familiebedrijven van deze Duitse havenstad. In 1958 werd de Hunter als Wilhelmine opgeleverd aan Petersen & Alpers. Ze was gebouwd bij de werf van Johann Oelkers, die in de jaren negentig zoals veel West-Europese scheepswerven na een lang en glorierijk verleden roemloos ten onder ging. Maar bouwen konden ze bij Oelkers. De Wilhelmine was een pracht van een schip, met vloeiende lijnen en een stoerheid die vanzelfsprekend is bij sleepboten. Haar romp werd zowel geklonken als gelast; niet ongebruikelijk in die tijd.
Aan de Borneokade in het Oostelijk Havengebied ligt de boot waarin je de oude Wilhelmine nog steeds makkelijk herkent. Er staat alweer jaren Hunter op de boeg en het lijkt wel of ze van havensleper met een lengte van krap dertig meter een zeesleper van veel grotere afmetingen is geworden. 

Stuk ertussen gezet

De huidige bewoners op hun Hunter

Dat is ook zo, bevestigt bewoner en mede-eigenaar Fleur Speet, die met haar partner Sebastiaan Polkamp en hun twee kinderen sinds april 2018 op de Hunter woont.
De sleper, die ruim twee decennia eigendom was van buurtgenoot Jerome van Eersel, heeft na de aankoop in 2016 een ingrijpende verbouwing ondergaan. Met als opvallendste feit het doormidden zagen en verlengen ervan met een tussenstuk van zeven meter. Dat gebeurde bij scheepswerf Talsma in het Friese Franeker, waar ze volgens Fleur ‘kunnen toveren met staal’.
Voordat we verder gaan over de nieuwe Hunter, eerst iets over de oude. Die dus als Wilhelmine werd gedoopt en ook nog een zusterschip had. Ze waren beide iets minder dan dertig meter lang en ruim 7,50 meter breed bij een diepgang van zo’n 3,50 meter. De Wilhelmine was echt een werkpaard en moet talloze vrachtschepen de haven van Hamburg hebben in- en uitgetrokken. In 1980 was ze afgeschreven en verkocht de rederij haar naar Nederland. Daar werd ze na een paar keer doorverkopen in 1989 door de staat geconfisqueerd omdat haar Haagse eigenaars verdacht werden van drugssmokkel – met de Hunter. In 1994 werd ze eigendom van Jerome van Eersel, die op haar fraaie lijn viel. Ze kreeg een ligplaats op een van de mooiste plekken van de Borneokade: op de kop van het eiland met uitzicht op de Entrepothaven, het IJ en het Amsterdam-Rijnkanaal. Jerome was een toegewijd eigenaar, die haar een nieuwe motor gaf en haar onderkant deels verving. Maar een havensleper is nu eenmaal niet erg groot en hij had meer ruimte nodig. Hij verkocht de Hunter aan Fleur en Sebastiaan en woont nu in een boerderij in de buurt van Hoorn.

Als een aannemer

Voor de Hunter begon een compleet nieuw leven. Fleur Speet, van beroep literair journalist, moest naar eigen zeggen ineens ‘als aannemer en doe-het-zelver’ aan de bak. Ze belandde in een ‘wereld van doeners’; geen onaangename sensatie. Twee jaar lang begeleidde zij de verbouwing met een team van experts om zich heen. Zij en haar gezin woonden in de buurt. Het stond vast dat de Hunter hun nieuwe onderkomen zou worden. Maar er moest wel wat gebeuren voordat het zover was. De motor ging eruit, en dat niet alleen: het complete schip werd leeggehaald en ingebouwd als volwaardige gezinswoning.
Het resultaat is verbluffend. Een grote woonkamer direct aan het water, kamers voor kinderen en ouders ruwweg op de plaats van de oude machinekamer en een stuurhut die gebruikt wordt als werkruimte. Fraai zijn de eikenhouten trappen en kastjes, ingebouwd door meubelmaker Thomas van Tienen. 
Varen als sleepboot zal ze niet meer, maar als woning ligt ‘mevrouw Hunter’, zoals de eigenaars haar liefkozend noemen, er pront bij. Het stoere maritieme uiterlijk is behouden. Ze kan bovendien nog aardig op de golven deinen, een eigenschap die met haar vorm en diepgang te maken heeft. De Hunter – havenwerkpaard, smokkelschip, klussenboot – is een woonpaleis geworden. Voor een sleper van 63 jaar geen slechte gedaantewisseling. In haar oude staat was ze vroeg of laat op de schroothoop beland. Nu kan ze met gemak honderd worden.

deel dit artikel: