Acht hectare groot is de joodse begraafplaats Zeeburg, een gemeentelijk monument van de eerste orde. Buurtvrijwilligers hebben hun handen vol aan het onderhoud ervan. Op volle kracht zetten ze dit jaar hun werk voort. Daarnaast zijn er nieuwe plannen en verder reikende ambities, ontdekt de IJopener.
Geen beter beeld voor de problemen van de joodse begraafplaats Zeeburg, gelegen in de Indische Buurt tussen Kramatweg, Valentijnkade en Flevopark, dan twee eenden die gezellig aanmodderen in een poel water tussen de grafzerken. Het is hier zo drassig dat op sommige plekken alleen watervogels goed uit de voeten kunnen.
De eerste honderd meter van de begraafplaats zien er nog redelijk verzorgd uit. Verderop hebben ruigte en verwildering toegeslagen en lijkt het op een bebost moeras. Riet, jonge bomen en braamstruiken temidden van waterpoelen. Daartussen schots en scheef staande, soms omgevallen en weggezakte grafzerken, veelal met mos begroeid.
Als oppervlakkig waarnemer denk je: een natuurgebied, groene long in de Indische Buurt, ecologische buffer voor het mooie Flevopark. De werkelijkheid is aangrijpender. Op een gerestaureerde grafsteen is het volgende te lezen: ‘Hier rust het stoffelijk overschot van Isaac Philip Hagenaar, overleden 7 tamoes 5643 Z.R.Z.A.’ 7 tamoes 5643 (joodse kalender) is 12 juli 1883 volgens de christelijke jaartelling. Eenvoudig dossieronderzoek leert dat Isaac Philip Hagenaar op 5 december 1864 werd geboren. Hij is maar achttien jaar geworden, eigenlijk nog een jongen. De afkorting Z.R.Z.A. betekent Zacht Ruste Zijn As.
Verwaarloosd
‘Zeeburg geldt als de grootste joodse begraafplaats van Nederland en is met afstand de meest verwaarloosde’, zegt Hansje Galesloot, die al jaren als buurtvrijwilliger aan de markante dodenakker verbonden is. Ze is coördinator van de natuurwerkgroep en stuurt in die hoedanigheid ongeveer veertig vrijwilligers aan die de begraafplaats onderhouden. Ze voeren een nooit eindigend gevecht tegen verruiging door riet, doornige braamstruiken en taaie wilgenboompjes. En tegen het water, want nat is het hier haast altijd. Soms werd op Zeeburg in het water begraven, als het overvloedig had geregend.
Nieuw is het niet wat ze doen. Al een aantal jaren werken hier vrijwilligers die de boel een beetje aangeharkt houden. In 2008 is de Stichting Eerherstel Joodse Begraafplaats Zeeburg opgericht om verwaarlozing tegen te gaan. Die stichting hield eind vorig jaar een proef met een aantal werkochtenden om te kijken of vrijwilligers – veelal uit de buurt – ‘een bevredigende bijdrage kunnen leveren aan de aanpak van achterstallig onderhoud’. Het antwoord was een volmondig ja. Voor de natuurwerkgroep van Hansje Galesloot, in februari 2018 van start gegaan, betekent dat nog meer werk aan de winkel. De Stichting Eerherstel gaat dit jaar ‘op volle kracht’ verder met het vrijwilligersproject. Er zijn nieuwe plannen en nieuwe vrijwilligers blijven welkom.
Asjkenazische joden
De geschiedenis van begraafplaats Zeeburg laat zich snel vertellen. Begin achttiende eeuw had de Amsterdamse gemeenschap van Asjkenazische joden (afkomstig uit Midden- en Oost-Europa) dringend behoefte aan een nieuwe begraafplaats, naast die in het verre Muiderberg. In Oost werd een stuk grond aangekocht vlak voor het Nieuwe Diep. Op 12 oktober 1714 werd de begraafplaats in gebruik genomen.
‘Veelzeggend is dat de eerste begrafenis van een kind was, Israël ben Joseph Lisser. De kindersterfte was hoog en Zeeburg werd dé begraafplaats waar kinderen tot de bar mitswa-leeftijd (13 jaar) begraven zouden worden’, schrijft Bart Wallet in zijn boek Zeeburg: geschiedenis van een joodse begraafplaats 1714-2014.
Behalve kinderbegraafplaats zou Zeeburg ook een armenbegraafplaats worden. Het grootste deel van de toen nog omvangrijke Amsterdams-joodse bevolking leefde in diepe armoede. Als ze stierven kwamen ze op Zeeburg terecht. Aangenomen wordt dat hier zo’n 100.000 mensen begraven zijn. Hun stoffelijke resten mogen volgens de wetten van het jodendom niet geruimd worden; reden waarom sommige joodse begraafplaatsen heel oud zijn.
Zeeburg is precies twee eeuwen in gebruik geweest. Na 1914 zijn hier alleen nog incidenteel mensen begraven: het was er vol. In Diemen werd in dat jaar een nieuwe joodse begraafplaats in gebruik genomen. Halverwege de jaren vijftig moest het oudste deel van Zeeburg wijken voor de aanleg van de Flevoweg en de Amsterdamse- en Schellingwouderbrug. De Nederlandse Heidemaatschappij heeft toen onder rabbinale supervisie de stoffelijke resten uit dit deel naar Diemen verplaatst. Een delicaat, kostbaar en tijdrovend werk. Sindsdien resteren nog circa 70.000 begravenen.
Vergeten uithoek
Begraafplaats Zeeburg werd na 1914 langzaamaan ‘een vergeten uithoek van Amsterdam’, merkt historicus Wallet in zijn boek op. En gevoelig voor wangebruik en vandalisme, zou je eraan kunnen toevoegen. Soms voetbalden hier jongens of werden er vetes tussen jeugdbendes uitgevochten. De begraafplaats werd een oord voor zonaanbidders en vrijende stellen. Van recenter datum is antisemitische of fascistische graffiti op de muur aan de Valentijnkade, meestal snel weggehaald door de gemeente.
In de jaren tachtig werd Zeeburg herontdekt, dit keer als ecologisch en historisch erfgoed. Het is inmiddels een gemeentelijk monument en de herwaardering ervoor is algemeen. De joodse gemeenschap, de gemeente, veel buurtbewoners en een stichting ijveren voor eerherstel, behoud en onderhoud. ‘Na driehonderd jaar staat Zeeburg aan de vooravond van een nieuwe fase’, meldt Bart Wallet optimistisch aan het slot van zijn boek.
Dat was in 2014. Zes jaar later blijkt hoe weerbarstig de praktijk is. Het is gewoon veel werk om een natuurgebied van acht hectare goed te onderhouden, vooral met inzet van vrijwilligers met daarnaast maaiwerk door de gemeente en professioneel onderhoud aan de grafzerken. Eind 2011 is met de feitelijke gebiedsrenovatie begonnen. Een paar jaar later was de feestelijke oplevering van het eerste herstelde deel van de begraafplaats. Daar staan ruim honderd grafzerken weer keurig rechtop in gelid en is het gras gemaaid. Joodse en Marokkaanse jongeren hebben er destijds gezamenlijk aan gewerkt om het netjes te krijgen. Het is goed om eraan te herinneren dat alleen al op dit ene deel, met zijn honderd gerestaureerde stenen, zestienhonderd kinderen en vierhonderd volwassenen begraven zijn. De meesten kregen geen steen of hoogstens een houten zerk die in de loop der tijd verdwenen is.
Herinneringsmonument
Voor Hansje Galesloot is Zeeburg een belangrijke lieu de memoire, een herinneringsmonument in het culturele geheugen van Amsterdam-Oost. Haar natuurwerkgroep, die twee maal per maand op zondag bijeenkomt voor onderhoudswerk, heeft educatie als nevendoelstelling. ‘Laten we niet vergeten’, zegt ze, ‘dat Oost een grote joodse gemeenschap had.’ De herinnering daaraan moet levend blijven, vindt ze. Betrokkenheid bij de begraafplaats van met name de buurt kan helpen om dat laatste te bevorderen. Bijkomend pluspunt: met ‘buurtgebonden draagvlak’ voor een monument als dit laat aanwakkerend antisemitisme zich beter bestrijden.
Hansje Galesloot zou op de begraafplaats graag schoolklassen willen rondleiden. ‘Naar onze open dagen komen best veel mensen, maar we kunnen zo veel meer doen met dit prachtige monument.’ Mede om die reden wil ze aansluiting zoeken bij het joodse culturele kwartier in de stad (Portugese synagoge, Joods Historisch Museum, Nationaal Holocaust Museum). Voor Zeeburg is een beperkt budget beschikbaar van de gemeente en van het Fonds voor Oost; een gezamenlijk buurtinitiatief van het Prins Bernhard Cultuurfonds, het Amsterdamse Fonds voor de Kunst en woningcorporatie Ymere.
Eerst en vooral moet nu de natuur aan banden worden gelegd. Hoofddoel van de natuurwerkgroep is dat Zeeburg ‘een waardiger uiterlijk’ krijgt. De grond moet schraler worden, zodat de monoculturen (braam, riet, bomen) verdwijnen en er meer verschillende planten en dieren komen. De begraafplaats fungeert al als kraamkamer van het Flevopark, maar natuurkenners denken dat met de juiste aanpak nog een wereld te winnen is.
Nescio
Kortom, Zeeburg staat eigenlijk nog steeds ‘aan de vooravond van een nieuwe fase’. De potentie is er en het zou zomaar kunnen dat de joodse begraafplaats – nu nog tamelijk onbekend – zich door de inzet van buurtvrijwilligers ontwikkelt tot een geliefde ‘plek van herinnering’ waarover gesproken en gepubliceerd wordt. Zoals Zeeburg ooit figureerde in Nescio’s verhaal Buiten-IJ uit juli 1914: ‘Bavink en Bekker liepen voorop, daarachter kwam Kees in z’n eentje, mij hadden ze met Hoyer opgescheept. Het was een middag in November; achter ons stond het lage zonnetje midden boven de Zeeburgerdijk.(…) Rechts in de diepte lagen de weilanden, bleekgroen en drassig. Voor ons uit, onder aan de dijk, stonden de bomen van ‘t Jodenkerkhof hoog en knoestig en hadden een lila weerschijn.’
Info: www.eerherstelzeeburg.nl
deel dit artikel: