ILLUSTRATIE: JOSIEN VOGELAAR

Dat het niet eenvoudig is om in Amsterdam aan een huis te komen, is bekend. De kranten staan vol met berichten hierover. Maar hoe lastig het kan zijn om in zo’n huis te komen als je dat eenmaal hebt, dat wist ik niet. Ik zou naar de KNSM-laan verhuizen en mijn oude huis was nog niet op Funda verschenen of de aanbiedingen van verhuizers ploften in mijn brievenbus, de een nog professioneler dan de ander. Wat te doen? Uiteindelijk koos ik voor ‘erkende’ verhuizers uit Katwijk. Hun prospectus was mooier, de accountmanager vlotter en ze waren honderden euro’s goedkoper dan de Amsterdammers die ik sprak. Over een maand hadden ze nog ruimte, en dat het om Amsterdam ging was geen probleem: ‘We komen hier elke week.’

Ik fiets alvast eens langs het appartement dat ik heb gekocht. Er staat een verhuizer voor het gebouw, die me vertelt dat je onze huizen via de Surinamekade ‘doet’. Daar staat vaak een paaltje, maar daar hebben ze sleutels van. Thuisgekomen mail ik dit voor de zekerheid naar mijn Katwijkers, en als die niet reageren bel ik ze op. Sleutels? Voor paaltjes? Zij weten van niks. Zij gebruiken Google Maps, en daar is niets te zien. Kan ik misschien een foto sturen? Ik krijg al een schrikbeeld van een vrachtauto vol huisraad die onverrichter zake terug moet omdat hij op een lullig klein paaltje stuit, en ik stap nogmaals op fiets, nu om wat foto’s te maken. Daar staat het: het rood-wit gestreepte paaltje met twee loodzware bloembakken ernaast. Snel stuur ik de foto’s naar Katwijk op. 

Een week later rijd ik maar zelf naar mijn nieuwe stadsdeelkantoor, want mijn verhuizers blijken elke dag met hun auto op pad te zijn en alleen zij kunnen beoordelen of zij ook sleutels voor het gefotografeerde paaltje aan boord hebben, zegt iemand van hun kantoor aan de telefoon. Ik neem het zekere voor het onzekere en probeer zelf een sleutel te halen. Het stadsdeelkantoor is vrijwel leeg en wie er wel is, is druk in gesprek. Nee, van sleutels voor paaltjes weet niemand iets. Ten slotte krijg ik een telefoonnummer mee. Ik moet maar eens met de gemeente bellen. Om een lang verhaal kort te maken, na lang wachten en doorverbinden krijg ik een paar dagen later eindelijk de gemeente aan de lijn. ‘Nee’, zegt daar een voorlichter, hij kan niet helpen. ‘Alleen verhuizers kunnen sleutels aanvragen, en dat moet minstens twee weken van tevoren.’ Dat lukt dus al niet meer. Zo rijden we op het afgesproken tijdstip met een volgeladen verhuiswagen en een stevige aanhanglift het KNSM-eiland op, waar we al na honderd meter tot stilstand komen omdat daar – nee maar – een rood-wit gestreept paaltje staat waarvan ik ze ooit twee foto’s heb gestuurd. Laten we daar nu geen sleutels voor hebben! 

Als de Katwijkers ’s middags weer naar Katwijk terugrijden, hebben ze mijn dozen en ook heel wat meubels netjes met de binnenlift naar boven gebracht. Maar voor mijn grote eettafel en mijn wandkast is die lift veel te klein. Die liggen inmiddels gedemonteerd en wel verslagen in de garage te wachten – totdat ze vijf weken later tegen betaling van nog eens 475 euro naar boven kunnen worden gehesen: 250 euro voor de gemeente, 75 euro ‘bemiddelingskosten’ en 150 euro arbeidsloon. Daar gaat mijn winst – en mijn avondeten gedurende de komende vijf weken. Gelukkig vind ik op internet de Amsterdamse verhuizer die ik hier de vorige keer sprak. Een dag later al staat hij stralend op de Surinamekade en voor 250 euro klaart hij de klus. Hij moet alleen maar glimlachen om mijn Katwijkse avontuur. ‘Ik kon zo doorrijden. Geen paaltje gezien!’ 

deel dit artikel: