In 1955 voer Robert Jasper Grootveld met zijn eerste vlot de Freya door de grachten. Toen kon hij niet vermoeden dat hij anno 2023 een groep volgelingen zou hebben die zich de Vlottenbouwers noemen. Het ging Robert om het afval uit de grachten halen, de Vlottenbouwers van nu om meer natuur in de stad.
Ik spreek met drie Vlottenbouwers: Sander Kloppenburg, Sjarifah Meijerman – die in 1996 bij Robert kwam te werken – en Lisa Heida, die net als de hele groep Vlottenbouwers het voortbestaan van de vlotten hoog in het vaandel hebben staan. Zij vertellen dat provo, kunstenaar en antirookmagiër Robert (1932-2009) met zijn vlotten altijd een haat-liefdeverhouding met de gemeente heeft gehad. In 1955 werd het eerste vlot de Freya, gebouwd van allerlei afval uit de grachten, te water gelaten en Robert voer daarmee door de grachten. Dit was zo uniek dat hij het Journaal haalde. Burgemeester Van Hall, die in 1956 aantrad als burgemeester, wilde de grachten waarin veel afval dreef schoonmaken. De gemeentereiniging vond kennelijk dat het vlot van Grootveld ook bij het afval hoorde. Het vlot werd versleept naar de vuilstort, waar op de vuilstort werd achtergelaten omdat het te groot was voor de vuilverbrandingsoven. Achteraf werden duizend excuses gemaakt en Robert kreeg van de gemeente geld om een nieuw vlot te bouwen. Het werden vier vlotten van in totaal vijf bij zes meter. Deze drijven nu in de Entrepothaven; Yuppie-management,
Oceaan, Voedseltuin en Tuin van Tuynman. Deze drijvende tuinen, gemaakt met de Soft Building Methode, bestaan uit grote blokken piepschuim van één bij één meter, 50 centimeter hoog. Om ieder blok piepschuim zit schaduwgaas en daaromheen zijn visnetten geknoopt. Vervolgens werden deblokken aan elkaar geknoopt. Op de blokken kwam grond en compost, waarin planten en bomen werdengeplant. Zo ontstond een drijvende tuin. De tuinen zijn beplant volgens een verantwoord beplantingsplan van Arno Baan.
Piepschuim blijft drijven
Volgens de Vlottenbouwers is het echt heel mooi als je erop loopt. Op een van de tuinen is zelfs een nestje van een ringslang gevonden. Het voordeel van het piepschuim is dat de vlotten meebewegen met het water, ook bij stormachtig weer, en niet overspoeld worden. Alles moet meebewegen in het water. De slogan van Robert was: ‘De kracht van zacht, de kracht van veerkracht.’ Een van de leerlingen van Robert Jasper is Arie Taal. Hij maakte de drijvende tuin naast de Oosterkerk, opgebouwd uit piepschuim dat in de grachten dreef. De vlotten werden geknoopt in de havenloods aan de Zeeburgerkade.
Robert, die gevaren had, concludeerde dat er genoeg water was om op te wonen. En hij had het idee dat de vlotten die gebouwd werden eilanden zouden zijn waarop mensen konden wonen. In de tijd dat hij door de grachten voer, gaf hij er filmavonden op. Er is zelfs een baby op geboren. In 1994 kreeg hij van de gemeente de opdracht drijvende parken te maken. Een grote groep medewerkers – Robert hielp hiermee veel mensen aan werk geholpen – ging aan de slag en in 2000 werden de vlotten te water gelaten. Robert wilde niet bij de opening aanwezig zijn omdat hij een van de tuinen meer op een stadspark vond lijken, wat hij absoluut niet oké vond.
Kleine reparaties noodzakelijk
De Vlottenbouwers, een groep van ruim 15 mensen, blijven volgens Sander doorknopen. Sander: ‘Op de punten waar de vlotten tegen de touwen schuren beschadigt het vlot een beetje. Dat is heel makkelijk te repareren. De groep heeft de gemeente een reparatieplan aangeboden en wilde de vlotten tegen kostprijs repareren. Maar de gemeente denkt daar anders over en vindt dat de reparaties gedaan moeten worden door het gerenommeerde bedrijf Nautilus Eco-solutions, dat ecologisch verantwoord werken hoog in het vaandel heeft staan.’ Alleen de manier waarop de vlotten nu voor heel veel geld worden gerepareerd, slaat volgens de Vlottenbouwers nergens op. Er worden grote geodoeken onder de vlotten door getrokken en vastgeniet. Hierdoor verdwijnt de biodiversiteit onder de vlotten. De planten en bomen die op de eilanden staan, hebben hun wortels tussen de blokken piepschuim door gewurmd en dat is dan weer een leefgebied voor het onderwaterleven. Van de mosselen, sponsjes en andere onderwaterdiertjes die zich in de bijna vijfentwintig jaar dat de vlotten in het water liggen daar gehuisvest hebben, wordt in één klap hun woongebied vernietigd. Een ander punt is dat van het geodoek nu al slierten kunststof loslaten. Verder is het hout dat op de vlotten gebruikt wordt met milieuonvriendelijke verf geïmpregneerd. En er is een schuifbrug tussen twee vlotten bedacht, die om de haverklap in het water valt omdat de eilanden afzonderlijk van elkaar op en neer bewegen. Als klap op de vuurpijl wil de gemeente de kleine tempel op een van de vlotten verbouwen tot tuinhuis. Dat is volgens de Vlottenbouwers absoluut niet de bedoeling en bijna heiligschennis. Daarom voeren de Vlottenbouwers regelmatig zelf ‘guerrilla-reparaties’ uit, vertelt Sjarifah. De Vlottenbouwers onderhouden de tuinen. Het Tuintje van de Tuinman, dat eerst werd onderhouden door ouderen, wordt nu beheerd door Sander en Lisa. Op de vraag hoe je daar komt, vertellen ze dat ze daar een witte waterfiets, een erfenis van het wittefietsenplan van Robert Jasper, voor gebruiken. Die ligt er op dit moment een beetje verloren bij aan de kade tegenover de drijvende tuinen.
Van prijs naar dwangsom
Een paar jaar geleden wonnen de Vlottenbouwers een prijs met hun idee om met drijvende tuinen de Oostelijke Eilanden groener te maken. Ze kregen daarvoor 50.000 euro. Er werd enthousiast materiaal besteld en men ging aan de slag. Toen bleek dat de vlotten met piepschuim werden gebouwd, trok de gemeente zich echter terug omdat dit volgens de gemeente geen duurzaam materiaal is. Het geld moest worden teruggestort. Ook zou een dwangsom opgelegd worden als de vlotten toch te water gelaten zouden worden. Nadat de makers bezwaar hadden gemaakt zijn de vlotten alsnog te water gelaten.
Ze drijven nu in de Wittenburgervaart. Verder zijn er wilgendruppels gevlochten. Dit zijn drijvende kleine mandjes van wilgentenen waarin waterplantjes groeien. De wilgendruppels filteren het water omdat daar talloze mosselen en sponzen aan hechten. Speciaal voor de familie meerkoet is er een klein vlot bijgebouwd, zodat de kleintjes na een zwempartij terug kunnen klimmen op het grote vlot.
Robert heeft veel mensen en bedrijven geïnspireerd met zijn Soft-building floating garden. Als Amsterdam in 2025 zijn 750 jarig bestaan viert, zal een drijvende kas zijn gerealiseerd bij het Marineterrein. Hoe mooi is dat.
Informatie over de Vlottenbouwers: www.vlottenbouwen.nu en www.instagram.com/drijvendetuinenamsterdam