FOTO’S: MARCEL DE CNOCK

Geen fietsbrug, geen tunnel, maar een pont brengt de komende zeven jaar de bewoners van het Zeeburgereiland naar Sporenburg en vice versa. Hoe veilig is deze oversteek op een van de drukste vaarwegen in Nederland?

Afgelopen najaar maakte Andries de Weerd, regiocoördinator van de Koninklijke Binnenvaart Nederland, zich ernstige zorgen over de pont die begin januari 2023 tussen Sporenburg en Zeeburgereiland zou gaan varen. Dit stukje water, dat Binnen-IJ heet, is een van de drukste vaarroutes in Nederland. Hier kruist namelijk het scheepvaartverkeer van het Amsterdam-Rijnkanaal met dat van het Buiten-IJ, dat net daarvoor door de Oranjesluizen is gegaan. 
Om hoeveel schepen gaat het eigenlijk? De persvoorlichter van Rijkswaterstaat, Sylvia de Bres, mailt mij dat per jaar naar schatting 76.000 beroepsvaartuigen dit punt passeren. 
‘Nou is de binnenvaart wel gewend aan veerponten over het IJ’, vertelt De Weerd in een telefoongesprek. ‘Maar in het najaar van 2022 was nog bijna niemand in de beroepsvaart ervan op de hoogte dat er vanaf 9 januari 2023 drie keer per uur een pont het Binnen-IJ zou gaan oversteken. Dus trok De Weerd aan de bel bij het Havenbedrijf en Rijkswaterstaat. Gelukkig namen zij zijn waarschuwing serieus. De beroepsvaart werd zoveel mogelijk geïnformeerd. En om de veiligheid te waarborgen, werd er afgesproken dat de pont bij elke oversteek contact zou hebben met de Verkeerspost Schellingwoude die in verbinding staat met de overige scheepvaart. De Weerd: ‘Eigenlijk is dat best bijzonder, want nergens in Nederland hebben ponten een meldingsplicht. Ook de andere ponten op het IJ melden zich niet, tenzij een nautische situatie daarom vraagt.’
Verder werd afgesproken dat een paar maanden na ingebruikname van de pont een evaluatie zal plaatsvinden. Wat de uitkomst daarvan ook is, De Weerd is ervoor om voorlopig deze formule te handhaven. ‘Zoveel moeite is dat niet.’

Schipper Jan Hegeman

Schipper, mag ik overvaren

Op 9 januari, de eerste dag dat de pont vaart, mogen de IJopener en Geluiden uit Oost met schipper Jan Hegeman meevaren in de kajuit. Hegeman komt uit de visserij. Tot een paar jaar geleden voer hij nog op zijn eigen kotter. Toen dat werk te zwaar werd heeft zijn zoon het bedrijf overgenomen en is Hegeman overgestapt naar het Gemeente Vervoerbedrijf. Hegeman: ‘Het is een groot verschil met de visserij, maar het blijft scheepvaart en het bevalt mij prima. Het is heel afwisselend werk, want je wordt op alle ponten ingezet.’
‘Maar’, vraag ik hem, ‘hoe zit het met de veiligheid op dit drukke punt?’ Hegeman: ‘Het klopt dat het op de oversteek van deze pont drukker is dan bij de andere oversteken. Of eigenlijk niet drukker, maar de snelheid van de schepen ligt hoger. Dus je moet goed uitkijken. In de zomer krijgen we bovendien de pleziervaart er nog bij.’
Hij vindt het een goede zaak dat er bij elke oversteek contact is met de Verkeerspost Schellingwoude. ‘Wij kunnen niet goed zien hoe het staat met de scheepvaart in het Amsterdam-Rijnkanaal. Dankzij de informatie van de Verkeerspost kunnen we daarop nu anticiperen. Met de pleziervaart wordt dat trouwens heel wat lastiger, want daarmee heeft de Verkeerspost geen contact. Hoe dat zich gaat ontwikkelen moeten we nog maar afwachten.’ Hegeman staat er trouwens niet alleen voor. Op elke pont zijn twee schippers die elkaar elk uur afwisselen. ‘Dat is omdat deze route nieuw voor ons is.’
Het contact met de Verkeerspost Schellingwoude is uiteraard van belang. Hegeman: ‘Maar bij het oversteken moeten wij zelf ook heel goed opletten. Bovendien hebben we hulpmiddelen aan boord, zoals een beeldscherm waarop we de schepen kunnen zien aankomen. Behalve grootte en lengte krijgen we ook de snelheid door waarmee ze varen.’ Van De Weerd heb ik begrepen dat de lengte van de schepen die hier varen kan variëren van 40 meter tot gevaartes van maar liefst 135 meter. Hegeman: ‘Op grond van de informatie van onze navigatiesystemen beslis ik of de pont er nog voor langs kan of niet. De veiligheid staat altijd voorop.’ 

Zomer op het water

Tijdens het meevaren met schipper Hegeman zie ik alleen binnenvaartschepen en geen enkel recreatievaartuig. Maar ja, het is winter. Volgens Rijkswaterstaat komen op deze route per jaar meer dan 30.000 recreatievaartuigen langs. En dan hebben we het nog niet eens over de watersportrecreatie in het Spoorwegbassin en omgeving. Daar wemelt het in voorjaar en zomer van de zeilbootjes, roeibootjes, sub-boarders, kano’s en zwemmers. Sommigen wagen zich zelfs tot waar het Amsterdam-Rijnkanaal begint. In ‘De pont en de veiligheid’, een artikel in de IJopener van oktober 2022, maakte redacteur Joost van der Vaart zich al grote zorgen over die sterk toegenomen waterrecreatie in de onmiddellijke nabijheid van de, toen nog toekomstige, pontverbinding. Van der Vaart: ‘En in deze onoverzichtelijke drukte komt dan dadelijk een pont te varen waarvan de schipper ook nog de voorbijsnellende beroepsvaart in de gaten moet houden.’ 
Over die beroepsvaart, zo blijkt, zijn nu afspraken gemaakt. Maar hoe zal dat straks gaan met de watersport in dit gebied? Het is niet ondenkbaar dat, als de situatie te gevaarlijk wordt, er een verbod komt op de waterrecreatie in dit gebied. Bastiaan Vlierboom van het Borneo Architectuur Centrum zou dat erg jammer vinden: ‘Er is al zo weinig watersportrecreatie in Amsterdam.’ 
Nu gaat het pontje nog maar drie keer per uur, maar het is de vraag of dat voldoende is. In 2024 strijkt de Hogeschool Inholland met haar 7000 studenten in de Sluisbuurt neer. Het Zeeburgereiland telt naast bewoners nu ook al scholieren van basis- en middelbare scholen die gebruik maken van het pontje. Bovendien komt in de Sluisbuurt de bouw van torenflats op gang. Maar Rijkswaterstaat heeft bedongen dat de frequentie van de pont in deze zeven jaar niet omhoog gaat noch uitgebreid wordt naar de avonden of het weekend. Het argument van de veiligheid speelt daarbij een grote rol. Hoewel dat volgens De Weerd wel meevalt: ‘Als er maar goede afspraken zijn voor het oversteken is er geen sprake van verdubbeling van risico.’
Maar een ding is mij wel duidelijk geworden. IJopener-redacteur Van der Vaart had helemaal gelijk toen hij vaststelde dat het oversteken op deze drukke vaarroute ‘een kwestie [is] van bijzonder goed zeemanschap.’

De podcast: Pont F9, een betwiste verbinding 

Voor Geluiden uit Oost (www.geluidenuitoost.nl) gaan Tineke Kalk en Leon Paquay op onderzoek uit: waarom is er gekozen voor een pont tussen Sporenburg en het Zeeburgereiland in plaats van voor een fietsbrug? En is deze pont die de komende zeven jaar alleen doordeweeks vaart en slechts drie keer per uur tussen 07 en 19 uur wel de beste oplossing? Of verschillen de meningen daarover naar gelang aan wie je het vraagt: de bewoners van Sporenburg en het Zeeburgereiland, Rijkswaterstaat of de Gemeente Amsterdam? En gaat er ooit nog wel een fietsbrug komen? Luister naar het verhaal over deze betwiste verbinding.

deel dit artikel: