Voor IJburgbewoners van het eerste uur is het een bekend fenomeen: een raam bedekt met spinnenwebben. Geconfronteerd met zo’n overdaad aan achtpotigen is voor velen de belangrijkste vraag hoe je van ze afkomt. Het aantal spinnen geeft ons echter een boodschap over de staat van het lokale ecosysteem.
De weg van een kale vlakte zand naar een wijk met een bloeiende biodiversiteit is niet zomaar afgelegd. De variatie aan soorten komt pas op gang als er ook voldoende variatie aan groen is. Vogels vinden spinnen vaak een lekker hapje, maar als ze geen beschutting voor hun nesten hebben, wordt het een moeilijke opgave voor ze om van IJburg hun permanente woonplaats te maken. Omdat IJburg eerst vooral uit zand en steen bestond, kon de spin welig tieren. Voor de natuurlijke vijand – de vogel – was geen plek, omdat groen nog te weinig aanwezig was.
Eiland in evenwicht
De biodiversiteit ligt tegenwoordig in steden vaak hoger dan in omliggende gebieden. De monocultuur van de landbouw en het bermbeleid zijn medeverantwoordelijk voor de lage biodiversiteit in wat stedelingen juist ‘de natuur’ plachten te noemen. Eikenbomen zijn prachtig, maar als er in de berm geen leefmogelijkheid is voor de natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups, wordt die laatste geen strobreed in de weg gelegd om zich ongebreideld voort te planten.
Een goed functionerend ecosysteem zou geen plagen moeten kennen, omdat het een grote biodiversiteit kent. De variatie aan flora en fauna zorgt ervoor dat een systeem flexibel is en klappen kan opvangen die bijvoorbeeld door extreme weersomstandigheden worden veroorzaakt. Juist in grootstedelijke context is het daarom zaak om de balans te bewaren tussen bebouwing en groen.
IJburg is als stedelijk gebied opgerezen uit het water van het IJmeer en betekende daarmee een grote verandering voor het lokale ecosys- teem. Op de eilanden van IJburg 1 komt de balans in de soortenrijkdom langzaam maar zeker in zicht. Els Corporaal, die als stadsecoloog werkzaam is bij de gemeente Amsterdam, vertelt dat op IJburg 1 als eerste de stenen kwamen en daarna pas het groen. Juist voor vogels is dit een probleem geweest, omdat ouder groen – bijvoorbeeld grotere bomen met wijde kruinen – pas de gewenste beschutting geeft en het jaren heeft geduurd voordat dit groen er was. Deze lessen worden meegenomen bij de aanleg van IJburg 2, waar al voordat de eerste palen de grond ingaan, bomen zijn gepland op Centrumeiland.
Omdat IJburg midden tussen beschermde groene gebieden ligt, zijn voor de aanleg ontheffingen nodig geweest. Deze zijn toegekend om te kunnen bouwen, met als voorwaarde dat de omliggende gebieden bij de ontwikkeling betrokken worden. De rietkragen in het water en natuurvriendelijke oevers zijn voorbeelden van maatregelen die zijn genomen om het water rond IJburg aantrekkelijk te maken voor de ringslang, watervogels en vissen. Zij vinden beschutting en paaigronden in deze groene zones en versterken met hun aanwezigheid het ecosysteem. Ook de nestkasten die in de gebouwen op IJburg zijn geïntegreerd doen het goed: zo’n tachtig procent is bezet. Mussen en gierzwaluwen – beschermde soorten – komen veelvuldig voor en de vleermuis foerageert ook graag op de eilanden. Bij de eerste plannen voor IJburg meer dan twintig jaar geleden bestond nog scepsis over de bijdrage van stadsecologen aan stadsontwikkeling. Nu krijgen ontwikkelaars en architecten de opdracht zo natuurinclusief mogelijk te bouwen. Bij de bebouwing van de eilanden wordt rekening gehouden met soortenrijkdom en de verbinding tussen Diemerpark, Diemervijfhoek en het IJmeer. Er moet bijvoorbeeld een groene zone komen die het gebied met Noord verbindt.
Variatie is de crux
Corporaal en andere ecologen blijven onvermoeid inspireren wat je zelf kunt doen om het ecosysteem te helpen. Zorg ervoor dat IJburg aantrekkelijker wordt voor de natuurlijke vijanden van de plaagbeestjes. Laat tuinen, bermen en ander groen rommelig om er egels mee te lokken die graag slakken eten. Vergeet het maaien, harken en aanvegen en spendeer die gewonnen tijd aan het zaaien van bloemen voor de wilde bij. Word geen imker (de honingbij is in principe een monocultuur), maar hang nestkasten op voor vogels als de gierzwaluw. Beplant je daken en gevels, en denk ook daar aan de diversiteit van wat je laat groeien. Hoe meer variatie, hoe beter.
Subsidie ‘Vergroen je buurt’ tot € 5.000 van de gemeente: www.amsterdam.nl/subsidies.
In pakhuis de Zwijger loopt een serie over dit onderwerp: ‘Greening the city’