Het zou mooi zijn als het OLVG eindelijk eens een begin maakt met het informeren van de buurtbewoners in Oost over de plannen en de voorziene tijdstippen van overheveling van de zorg aan het Oosterpark naar de vestiging in het verre Nieuw-West. De IJopener constateert namelijk dat daar veel vragen over zijn.
Steeds meer buurtbewoners, zorggebruikers en mensen die werkzaam zijn in de zorg vragen zich af wat de toekomst zal zijn van ons grootste ziekenhuis. De hoofdlocatie van wat officieel Onze Lieve Vrouwe Gasthuis heet, staat sinds jaar en dag aan het Oosterpark. Handig als je in de buurt woont en zelf iets krijgt of als een familielid moet worden opgenomen. Maar een jaar of vijf geleden fuseerde het OLVG met het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis in Nieuw-West en de gevolgen van dat samengaan worden langzaamaan zichtbaar: OLVG locatie Oost zal naar het lijkt steeds meer worden uitgekleed terwijl het Lucas – dat nu OLVG locatie West heet – steeds meer taken krijgt toebedeeld. Moeten we dadelijk als buurtgenoten voor meer en meer ziekenhuishandelingen naar Nieuw-West, voor menigeen toch echt niet zo dichtbij als het OLVG Oost? De zorgen daarover nemen toe. De feiten en de plannen spreken dan ook boekdelen. Een artikel in Het Parool eind vorig jaar toonde aan dat onder meer de spoedeisende hulp van het OLVG in Oost – de grootste van het land – zal worden ingehaald door die in West. ‘Verreweg de meeste ambulances zullen straks naar West rijden’, aldus Het Parool. ‘Alle acute zorg, zoals het Hartcentrum, moet in 2025 van OLVG locatie Oost naar West zijn verhuisd. Daar komen ook neurochirurgie, de grote intensive care en traumachirurgie bij. Oost krijgt onder meer oncologie en geplande chirurgische ingrepen’, zo vervolgde de krant.
Verontrustende ontwikkeling
Voor menig buurtbewoner in Oost is dit een verontrustende ontwikkeling. En ook huisartsen beginnen zich zorgen te maken over het straks ontbreken van reguliere ziekenhuiszorg in de directe omgeving. Mensen vragen zich af wat er met OLVG Oost gaat gebeuren. Een antwoord op die vraag blijft vooralsnog uit. Helaas vormen de veranderingen die het OLVG in Oost en West in voorbereiding heeft een aaneenschakeling van ontbrekende gegevens. De woorden van OLVG-directeur Maurice van den Bosch, eveneens in Het Parool, stellen niet echt gerust: ‘Als ziekenhuizen fuseren, zoals het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis en het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis in 2015 hebben gedaan, dan heb je afdelingen dubbel. We willen dat er één hoofdlocatie voor de acute zorg komt in West en een stadsziekenhuis in Oost met poliklinieken en geplande operaties.’ Als je, zoals de IJopener deed, spreekt met medewerkers in de gezondheidszorg en buurt- en ouderenorganisaties, merk je vanzelf een gevoel van urgentie en de grote behoefte aan feitelijke informatie. De media-aandacht voor de overheveling van zorgtaken is beperkt. Mensen hebben het veelal ‘van horen zeggen’. Vrijwel niemand wordt op een transparante manier op de hoogte gebracht en dat baart toch ernstige zorgen. De diensten communicatie en persvoorlichting kunnen of willen geen openheid van zaken geven. Naast het ‘afschalen’ (een ander woord voor verdwijnen of verminderen) van de reguliere zorgtaken in Oost ervaren de door ons geraadpleegde bronnen de bereikbaarheid van de vestiging aan de Jan Tooropstraat in Nieuw-West als een groot struikelblok. Voor een fietstocht vanuit Oost naar OLVG West moet je toch gauw drie kwartier rekenen. Om over de bereikbaarheid met het openbaar vervoer nog maar te zwijgen. Twee tot drie keer overstappen om bij OLVG West te komen, wordt regelmatig genoemd. En de snelweg vanuit Oost kampt regelmatig met files. OLVG-directeur van den Bosch verklaarde dat de aanrijtijden van de ambulances natuurlijk moeten kloppen. Maar hij zei ook: ‘Tussen Oost en West zit maar een paar kilometer’. In Oost wordt dat over het algemeen heel anders ervaren. Volgens het Paroolartikel blijft OLVG Oost dus zorgdragen voor specialistische zorg op het gebied van oncologie en geplande chirurgie. Verder blijft ondersteuning van wetenschappelijk onderzoek beschikbaar en een spoedeisende hulp. De huidige spoedeisende hulp in beide vestigingen draagt in totaal zorg voor circa 70.000 patiënten per jaar, maar de nadruk zal komen te liggen op OLVG West. Het moeder- en kindcentrum (Anna paviljoen) wordt niet genoemd, maar bronnen van de IJopener zeggen dat deze voorziening zal blijven.
Het is natuurlijk voor het OLVG een lastig jaar om deze transitie concreet te maken. OLVG Oost was tijdens de eerste COVID-19 uitbraak regelmatig op de televisie te zien met een grote bezetting van patiënten op de IC en vooral ook met het applaus voor de zorgverleners. Dat ook de tweede coronagolf vertraging oplevert, is logisch. De hele operatie zou volgens onze bronnen in 2021 in gang worden gezet. Maar het informeren van buurtbewoners en andere betrokkenen lijkt onveranderd geen prioriteit te hebben.
Meer informatie graag
Het heeft er alle schijn van dat zorgmedewerkers – van artsen tot communicatieafdeling – het gevoel hebben dat ze niet uit de school mogen klappen over deze transitie. Vraag een willekeurige bewoner van Amsterdam-Oost naar bekendheid met deze ontwikkeling en het is opmerkelijk dat vrijwel niemand op de hoogte is. Tegelijkertijd heeft iedereen die er wel over heeft gehoord veel vragen. ‘Ik heb het van horen zeggen, maar ik weet er het fijne niet van. Het zou mooi zijn als het OLVG eens met wat informatie komt’, zei desgevraagd een bewoner in de Indische Buurt tegen de IJopener. OLVG Oost is geworteld in de buurt en wordt als een fijn ziekenhuis met goede zorg ervaren.
Voor twee ‘Lieve Vrouwen’ is in Amsterdam kennelijk geen plaats meer. Dat lijkt vooral gebaseerd op een economisch model en niet op een behoeftemodel. Oost heeft ongeveer 140.000 inwoners. De vraag is op welke manier rekening wordt gehouden met de behoeften van deze bewoners en op basis van welke redenen, analyses of modellen wordt gekozen voor de spreiding van de zorg. Bewoners willen graag weten op welke manier zij gebruik kunnen blijven maken van goede zorg in de buurt. Kortom, het zou het OLVG sieren als het een begin zou maken met het informeren van de bevolking over de plannen en de voorziene tijdstippen van overheveling van de zorg en afdelingen.