De bewoners van de Oostelijke Handelskade kunnen het zich ongetwijfeld nog goed herinneren. In 2018 dreigde er een complete verstopping van het riool. Wat heeft Waternet ondernomen om nieuwe problemen te voorkomen? En wat kunnen bewoners en ondernemers zelf doen?
Ik had mij erop verheugd. Aan iedereen in mijn omgeving vertelde ik dat ik ondergronds zou gaan, het riool in, naar het clustergemaal bij het gebouwtje op het Lloydplein. ‘Waar het altijd zo stinkt’, knikten mijn buurtgenoten. ‘Is dat nu verleden tijd?’ Maandenlang had Waternet er werkzaamheden verricht. De avond voor de afdaling had ik onze fotograaf Arjen nog even aan de lijn. ‘Hoe ziet het er daar beneden uit?’, vroeg hij. ‘Is het er niet erg donker? Ik weet niet of ik dan wel goede foto’s kan nemen’, zei Arjen aarzelend. ‘Nou, er brandt ongetwijfeld licht, maar misschien erg spaarzaam’. ‘Oké’, zei Arjen, en ik hoorde aan zijn stem dat hij heel wat minder dan ik uitzag naar deze ondergrondse excursie. Het appje van Lisa, de IJopener-redacteur die een artikel over watergebruik en waterzuivering in Amsterdam zou schrijven, klonk ook al niet erg happig: ‘Wat moet ik aan voor het bezoek aan de poepfabriek Oost?’
Samen met Arjen, Lisa en Robbert Strengholt, coördinator team bemaling van Waternet, daal ik de trappen af naar het clustergemaal met de weinig tot de verbeelding sprekende naam Oostelijke Handelskade. Dit had een waarschuwing moeten zijn, want we belanden in een helverlichte ruimte met vier gietijzeren machines die, zij het dat ze een heel wat groter formaat hebben, mij doen denken aan mijn moeders gietijzeren snijbonenmolen. Nog een ander verschil is dat deze machines een geweldig kabaal maken.
‘Is er niet nog een andere ruimte’, vraag ik hoopvol. ‘Eentje die wat rioolachtiger is dan deze kraakheldere, steriele, witte ruimte?’ Ja, die is er wel. Alleen zit het er vol zwavelwaterstof (H2S), een giftig gas, dus daar kan ik geen kijkje nemen.
Pampers en sokken
Als we later allemaal in mijn huis aan de koffie zitten, legt Robbert uit dat in die andere ruimte in september 2018 de zuigmonden van drie van de vier pompen verstopt raakten door een dikke laag van vet, vochtige doekjes, handdoeken, dweilen, sokken, pampers en ga zo maar door. Een gespecialiseerd bedrijf stuurde een wisselploeg van zes man in beschermende kleding en voorzien van zuurstofmaskers vanwege het zwavelwaterstof. Drie maanden hadden ze nodig om de aangekoekte troep op te ruimen. Een van de maatregelen die nodig waren om de opruimwerkzaamheden mogelijk te maken, was het aanleggen van een bypass. Wat het werk nog extra bemoeilijkte, was dat de ruimte waar de pompmonden zich bevinden alleen via een klein luik van 80 bij 80 centimeter bereikbaar is. Om in de toekomst regelmatig controles te kunnen uitvoeren en zo tijdig te kunnen ingrijpen, vergroot Waternet dit jaar de toegang tot de ruimte.
Elke dag lozen Amsterdammers via de gootsteen en het toilet vier ton vet in het riool. Dat zijn honderdveertig volle badkuipen met frituurolie, braadvet en etensresten per week. In 2018 raakte het rioolgemaal aan de Pampusweg op IJburg ook verstopt. Dus probeert Waternet via campagnes de consument en het bedrijfsleven, zoals hotels en horeca, ervan bewust te maken dat vet en bijvoorbeeld zogenaamd biologisch afbreekbare vochtige doekjes niet in het toilet horen.
Vroeger had elk rioolgemaal een rooster waarop de vuile troep bleef liggen, waarna het werd afgevoerd. Niet alleen was dat een zware klus, ook de stankoverlast was hierdoor groter. Met de toenemende bebouwing werd hiervan afgestapt en werden de kelders in verband met stank goed afgedekt. Sinds 1995 gaat al het afvalwater van Amsterdam naar de rioolzuivering in het Westelijk Havengebied. Het afvalwater doet daar in het slechtste geval 24 tot 48 uur over. Hoe langer het afval onderweg is, hoe meer stank.
Maar dit is helaas te kort om bijvoorbeeld vochtige doekjes af te breken.
Global warming
Behalve met het afvalprobleem heeft Waternet hoe langer hoe meer te maken met global warming in de vorm van hevige regenbuien en periodes van droogte. Waternet is dan ook bezig Amsterdam rainproof te maken met onder andere blauw-groene daken. Dit zijn groene daken waar onder de planten extra water kan worden opgeslagen. Grotere rioolbuizen, wat op het eerste gezicht een oplossing lijkt, is niet verstandig. Het afvalwater loopt daardoor nog trager weg met alle gevolgen van dien: verstoppingen en stank.
Na het interview, als iedereen weg is, vraag ik mijn partner tussen neus en lippen door: ‘Hoeveel van die vochtige doekjes gebruik jij eigenlijk?’ ‘Gemiddeld één per dag.’ Dankzij dit interview komen er in ieder geval 365 doekjes per jaar minder in het riool. Alle kleine beetjes helpen!
deel dit artikel: