De tweede fase van IJburg komt van de grond. Het landmaken voor Centrumeiland is al van start en deze maand wordt het stedenbouwkundig plan voor Strandeiland aan het college van burgemeester en wethouders gepresenteerd. IJburg fase 1 – Haveneiland, Steigereiland en de Rieteilanden – is volgebouwd en lijkt een geslaagde balans te zijn geworden tussen stedelijk en rustig wonen in Amsterdam. Welke lessen hebben de ontwerpers van IJburg 2 geleerd van IJburg 1? Welke succesformules worden overgenomen en welke zaken willen ze beter doen?

IJopener legde deze vraag voor aan Esther Reith, al twintig jaar stedenbouwkundige voor de gemeente Amsterdam. Zij is hoofdontwerper voor Strandeiland en stuurt een team van veertien stedenbouwkundigen, verkeersontwerpers en planologen aan die samen het stedenbouwkundig plan maken voor hoe Strandeiland er in hoofdlijnen uit gaat zien.

Nieuwe inzichten

Esther werkt samen met haar team in het IJ-Atelier in het Tolhuis aan de plannen, om ze straks te kunnen presenteren aan het college. Wandelend rond een maquette van Centrumeiland en Strandeiland legt ze uit hoe hun plan tot stand is gekomen. ‘Toen ik met IJburg begon lagen er al goede plannen voor Strandeiland van tien jaar terug. Maar door de crisis is alles tot stilstand gekomen. Dat betekende ruimte voor nieuwe inzichten. Vooral verkeer en duurzaamheid moesten we bijstellen. Het huidige plan is daardoor anders geworden. Maar als je door je oogharen kijkt, wordt het toch typisch IJburg.’

IJburg fase 1 en 2. Bron: gemeente Amsterdam

De contouren van de eilanden zijn hetzelfde gebleven, twee buurten gescheiden door een groot binnenwater, ‘maar de invulling is anders. In het binnenwater ligt nu geen hoge bebouwing meer. Je kunt nu overal bij het water, om te zwemmen en te vissen.’ Het noordelijk deel van Strandeiland, de Pampusbuurt, krijgt een statige bomendijk en het zuidelijk deel, de Muiderbuurt, krijgt een zachtere overgang van land naar water, een ruige natuurbaai. ‘Dat was een van de wensen naar aanleiding van IJburg 1: meer groen. Dus er komen ook meer parken die het rechte stratenplan doorbreken.’

Aan de westkant komt een nieuw stadsstrand. Het nieuwe Blijburg? ‘Ja, maar wel drie keer zo groot. We verwachten meer mensen, uit heel Amsterdam. Er komt horeca op drie plekken langs het strand.’ Water wordt sowieso beeldbepalender dan in IJburg 1, vertelt Esther. ‘Ik vind het jammer dat je op Haveneiland zo moeilijk bij het water kan komen, en dat terwijl je op een eiland woont. Dus op Strandeiland kun je straks een rondje om het eiland lopen. Daarom worden de bruggen hoger, zodat je eronderdoor kan. Met functies onder de brug. Een beetje zoals de Berlagebrug. En de doorgaande straat in de Muiderbuurt komt hoger te liggen dan de omgeving, waardoor je altijd het water kan zien. De ‘hoge rug’ noemen we die.’

Voorzieningen komen ook grotendeels aan het water. Aan de zuidwestkant van de Muiderbuurt komt de Makerskade, een wat vrijer ingerichte ruimte om te werken en te klussen. En aan de noordoostkant wordt de relatie met het water versterkt door het ophogen van de kade. ‘We willen niet dat IJburg aan die kant in het water verdwijnt, maar dat IJburg oprijst uit het water als je komt aanvaren. Als een Zuiderzeestadje.’

Brooklyn-milieu

Op Strandeiland wordt eenzelfde strak stratenraster gebruikt als op IJburg 1, ‘maar fijnmaziger. In de Pampusbuurt willen we een Brooklyn-milieu, huizen met trappetjes. Dus rondom de blokken komt een strook van 2,5 meter, de margestrook, waar trappetjes, erkers en voortuintjes kunnen komen. Zo ontstaan bel-etages met souterrains. En er komen twee rijen bomen in de straten, om een groen beeld te geven. Toch blijft het stedelijk doordat de gebouwen tot vijf etages krijgen.’

In de Muiderbuurt komt ook zo’n fijnmaziger grid, maar wat minder stedelijk, drie of vier lagen in plaats van vijf. Esther wijst naar de zuidelijke oever van de Muiderbuurt. ‘Hier, aan het water, krijg je een beetje een Venice Beach-gevoel, je loopt vanuit je huis op je teenslippers naar de natuurbaai. En in het midden van de straten komt een wadi, een groene middenberm waar regenwater wordt opgevangen. Deze buurt leent zich goed voor veranda’s op de margestrook.’ Op Haveneiland is ook een margestrook, maar die wordt niet veel gebruikt. ‘Hij is daar net te smal, 1,2 meter. De verhoudingen van de straten worden sowieso anders: ze worden eenentwintig meter breed in plaats van de vierentwintig meter van Haveneiland. Daar voelen de straten te breed hoorden we vaak. Wij proberen het intiemer te maken.’

Granieten straatkeien

De feedback komt van alle kanten, dus ze hebben veel kunnen leren van IJburg 1. Van de trotse IJburgers zelf die langskwamen op zelfbouwmarkten om ideeën te spuien. Van ontwikkelaars en woningbouwcorporaties die de markt goed kennen. En van buurtinitiatieven die met inspirerende voorstellen kwamen. Eén aspect dat steeds terugkwam is het gebruik van de granieten straatkeien op IJburg 1. ‘Het blijkt dat IJburg daardoor stedelijke allure heeft, vinden bewoners. Dus Strandeiland krijgt een soortgelijke kei.’

IJburg fase 1. Foto: Arjen Poortman

Maar wat is nou het overkoepelende verhaal van IJburg? Daarvoor zijn Esther en haar team aan de slag gegaan met een schrijver. Ze deden schrijfoefeningen met een aantal actief betrokken IJburgers en kwamen zo tot ‘het verhaal van IJburg’. Het is een onderdeel geworden van het stedenbouwkundig plan. Als het college het plan vrijgeeft voor inspraak, wordt het geheel begin december openbaar gemaakt.

‘Als het plan is goedgekeurd, wordt Strandeiland in twee fases aangelegd, eerst de zuidwestelijke kant en dan de noordoostelijke. Want dat was een les uit IJburg 1: niet gelijk alles aanleggen. We hebben het eiland dan ook zo ontworpen, dat het in twee happen kan. Dat je halverwege kunt bijsturen.’

Wat wel hetzelfde wordt als IJburg 1: er komt een binnenhaven. Eromheen komen de winkels, cafés en een tramhalte. En omdat er al lang een sterke roep is om een binnenbad, is daar in het plan ruimte voor gemaakt, bij de haven. Er is hier ook een mobiliteitshub gepland waar je je auto parkeert en verder gaat met een elektrisch vervoersmiddel, want ‘we willen dat het een emissievrij eiland wordt. Zo duurzaam mogelijk. De gebouwen krijgen wat we een vijfde gevel noemen: een dak waarop zonnepanelen, groen of waterberging ligt. En er komt duurzame sanitatie.’ Dat blijkt iets anders te zijn dan je wc doorspoelen met vaatwaswater. ‘Je krijgt een soort vliegtuig-wc, met een afvoer naar een vergister op het eiland. De warmte die daarbij vrijkomt wordt ook weer gebruikt. Voor achtduizend woningen. Er zitten dus wel een paar grote ambities in het plan. Maar we hebben een terugvalmogelijkheid, traditionele voorzieningen worden ook aangelegd.’

Ontsluiting

Een bekend knelpunt op IJburg is tram 26: als die uitvalt kun je alleen met de auto naar het centrum. Daarom komen er meer verbindingen: twee bussen, uit Weesp en vanaf de Arena. En de mobiliteitshub levert deelauto’s en deelfietsen, ook elektrische. En hoe staat het met de mogelijke lightrailverbinding, de ‘IJmeerlijn’? ‘We reserveren er wel plek voor. Maar voorlopig is zelfs een eiland met 8000 woningen te klein voor vervoerders om zo’n verbinding rendabel te maken. Dat geldt ook voor een veerpont naar Centraal Station. Maar een watertaxi zoals in Rotterdam zou kunnen.’ Er spreken stedelijke ambities uit de plannen, maar dat was ook in de plannen voor IJburg 1 het geval. De bedrijvigheid is daar echter nooit goed op gang gekomen. Hoe kijkt Esther daar tegenaan?

‘We concentreren de bedrijvigheid met commerciële voorzieningen rond het strand en de binnenhaven zodat het daar levendig wordt. En alle gebouwen krijgen een hoge begane grond zodat er wel bedrijven in zouden kunnen komen. Maar helemaal stedelijk gaat het niet worden. Het is een plek voor gezinnen, voor buiten wonen, maar wel in de Amsterdamse context. Dat was onze opdracht.’ Deze maand toetst het college in hoeverre aan die opdracht is voldaan. Daarna is er ruimte voor inspraak. Waar kunnen mensen terecht om hun mening te geven?

‘De inspraakavond vindt plaats in Lolaland, in het oude Blijburg. Dat is voor ons de plek waar we de komende tijd contact zullen houden met de bewoners.’ Op de vraag of Esther zelf op Strandeiland wil wonen, antwoordt ze zonder een spoor van twijfel. ‘Ja! Maar dat weet mijn man nog niet.’

deel dit artikel: