Nieuwe fietsverbindingen naar Noord en Zeeburger-
eiland blijken zo ingewikkeld te zijn dat er een
adviescommissie aan te pas moet komen. Inmiddels gloort er licht aan het einde van de tunnel. Er blijkt een fietswereld van ringen, ladders, bomen en sporten te bestaan. IJopener rapporteert over hoe door de stad te fietsen.

Het is bijna twee jaar geleden dat de gemeente trots zes ontwerpen voor een nieuwe Javabrug aan de Amsterdammers presenteerde. Verschillende bewonersbijeenkomsten, opgeluisterd met de architect die de prijsvraag had gewonnen en doorspekt met Mokumse weerbarstigheid, had ze er voor over. Maar het moede hoofd moest gebogen worden: de brug vormde een splijtzwam tussen gemeente, provincie, Havenbedrijf en Rijkswaterstaat. Al eerder deed de fietsbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal hetzelfde. De gemeente besloot een commissie in te stellen. Welke fiets- en voetgangersverbindingen moeten er komen? Commissie D’Hooghe heeft de eerste contouren geschetst. En voor de zomer komt de commissie met haar eindadvies.

Stukjes en beetjes

De commissie valt met de deur in huis en constateert botweg dat een gedeelde visie op de ontwikkeling van de stad ontbreekt. Stadsontwikkeling in Amsterdam lijkt een proces van stukjes en beetjes. Wel is duidelijk dat Amsterdam duurzaamheid heel belangrijk vindt en dat goede vervoersmogelijkheden voor fietsers en voetgangers over het water daarom ook belangrijk zijn voor de stad. Met dit als uitgangspunt schetst de commissie de ontwikkelingen die ze in de stad verwacht.  

In 2032 heeft Amsterdam meer dan een miljoen inwoners. De snelle groei van de stad beperkt zich niet tot Amsterdam; de hele Randstad zal groeien. Omdat de werkgelegenheid in Amsterdam sneller groeit dan de bevolking, zal het aantal forenzen van en naar de stad alleen maar toenemen. Ook is de ontwikkeling van Zeeburgereiland tot een dichtbebouwd stuk stad onmogelijk zonder toename van de verkeersstromen. Die moet daarom samengaan met een verbetering van de bereikbaarheid. In elk toekomstscenario groeit de intensiteit van verkeersstromen over, onder en rond het IJ en het Amsterdam-Rijnkanaal, is de stellige overtuiging van de commissie. 

Druk op beschikbare ruimte

Het IJ en het Amsterdam-Rijnkanaal zijn niet meer de rand van de stad, maar gaan steeds meer een centrale rol spelen. Dat betekent dat het op en rondom het IJ steeds drukker wordt; er vinden meer kruisingen tussen personen, voer- en vaartuigen plaats, de druk op de beschikbare ruimte neemt toe. Als gevolg daarvan zal steeds meer op elkaar gewacht moeten worden en kunnen zich meer botsingen voordoen. Maar ook bij het opstellen van wachtende passanten kan gedoe ontstaan. Zodra een van de verkeersstromen voorrang krijgt, ontstaan er automatisch ophopingen in andere stromen. Denk aan voetgangers en fietsers bij de pont of bij een openstaande brug, denk aan  binnenschepen die niet onder de brug passen en op wachtplaatsen liggen zolang de brug dicht is.

Fietsring

Amsterdam is een eind op weg met de fietsbinnenring. Het tracé Marnixstraat-Weteringschans-Sarphatistraat bestaat al en wordt verder uitgebreid. De fietsbinnenring moet in 2022 de snelweg voor fiets en openbaar vervoer zijn. Het drukke centrum wordt zo ontlast; de ring transporteert en verdeelt de reizigers over de stad. Maar de fietsbinnenring is nog niet af. In Noord is zelfs nog geen begin gemaakt. En om de ring sluitend te maken, zullen op de plekken waar de fietsring het IJ kruist oeververbindingen moeten worden gemaakt. Anders kun je via de fietsring het IJ niet over. Dit betekent in ieder geval op twee plekken een oeververbinding: één aan de westzijde en één aan de oostzijde.

Fietsladder

Naast de binnenring is dus nog iets nodig: de fietsladder. Mensen moeten namelijk zelden alleen het IJ oversteken. Bijna iedereen moet zich ook oost- of westwaarts verplaatsen. De bomen van de fietsladder zijn de noord- en de zuidoever van het IJ. De oversteekmogelijkheden bij de oevers zijn de sporten van de ladder. Een aantal sporten bestaat al: de veerverbindingen en de Schellingwouderbrug. Als het verplaatsen langs de oever aan beide zijden eenvoudig is, maakt het volgens de commissie niet uit wáár precies de oversteek zal zijn. Op de zuidzijde bestaat het oeverfietspad grotendeels al, en deze kan aan de oostzijde via het Oostelijk Havengebied aansluiten op de Zuiderzeeweg op het Zeeburgereiland. Hoe de oeververbindingen eruit gaan zien, is nog niet duidelijk. De commissie houdt het erop dat een voor de scheepvaart veilige brug mogelijk is, net als een aangename tunnel voor de fietser en voetganger.⋅

deel dit artikel: