Draai de kaart van Amsterdam een kwartslag en de Indische Buurt, met als toegangspoort de Insulindeweg, komt ogenschijnlijk ineens een stuk centraler te liggen. Van de Insulindeweg kan Amsterdam een mooie, groene toegangslaan maken die aansluit op groot aantal Amsterdamse parken, vindt Bastiaan Vlierboom. Een haast promenade-achtige laan voor fietsers, wandelaars en hoogwaardig openbaar vervoer. Kortom, de Insulindeweg als centrale laan met een enorme potentie.

Geschreven door Bastiaan E. Vlierboom (architect en urbanist)

De Insulindeweg, ooit de parel van de Indische buurt, zou getransformeerd moeten worden tot Stadsboulevard; een prachtige laan nog mooier dan de lanen in Zuid. Een laan die de koppeling maakt tussen het stedelijk rood van straatwanden, kades en pleinen met het groen van landelijk Noord, waar je vlak na de Schellingwouderbrug op de schaats stapt zodra het kan, of de polder in fietst en de dijken over rijdt.

Insulindeweg in 1935. Bron: beeldbank Amsterdam

De Indische Buurt is onder te verdelen in twee delen: Indische Buurt Noord en Indische Buurt Zuid. Beide delen worden gescheiden door de Insulindeweg, die met haar brede profiel identiteit aan de wijk zou moeten geven en onderdeel zou kunnen zijn van een route langs de parken van Amsterdam. Op dit moment heeft de Insulindeweg nog niet de uitstraling van de route waarvan ze deel uitmaakt. Een groene route die verbonden is door een snoer van parken en die een enorme potentie heeft. Deze Nieuwe Amsterdamse Laan, zoals we haar voor het gemak zullen noemen, is prachtig.Langs de route ligt eerst het Flevopark (links) en vervolgens het Oosterpark (rechts). Na het kruisen van de Nieuwe Amstel Brugkomt iets later het Sarphatiepark (rechts). Na het Museumplein (rechts) kruist de route met een brug het Vondelpark bovenlangs. Na het Bilderdijkpark (links) passeer je het Frederik Hendrik Plantsoen en eindig je bij Café-Restaurant Amsterdam en het Westerpark.

Schitterend uitzicht

Terug naar Oost. De Zuiderzeeweg, met aansluiting op zowel de Amsterdamse- als de Schellingwouderbrug, doorsnijdt het Zeeburgereiland. Vanaf de Schellingwouderbrug heb je een schitterend uitzicht op de Oranjesluizen en het Buiten-IJ. En binnenkort vervolgt de Zuiderzeeweg haar route door het stedelijk weefsel van Zeeburgereiland: Sportheldenbuurt, Sluisbuurt en de toekomstige Baaibuurten Oost en West. Met een bocht gaat het dan hoog over het open water van de baaien heen als onderdeel van de Amsterdamsebrug over het Amsterdam-Rijnkanaal kanaal verder de stad in. Dit moet je kunnen beleven, lekker beschut vanuit de tram of fietsend in de wind. Dit zijn de vervoersmiddelen waarmee we ons in de toekomst nog meer dan nu zullen verplaatsen binnen Amsterdam. In het Meerjarenplan Fiets 2017-2022 valt te lezen dat de 835.000 Amsterdammers bij elkaar ongeveer 1 miljoen fietsen hebben die samen 2 miljoen kilometer per dag fietsen. In 2025 is dat aantal mensen tot 906.000 toegenomen. Zoveel fietsers kunnen voor ruimtelijke en verkeerskundige problemen zorgen. Daarom trekt Amsterdam veel geld uit voor comfortabel doorfietsen, gemakkelijk fietsparkeren en het nieuwe fietsen, voor een gezonde en bereikbare stad.

In dit kader past ook een toekomstvast en hoogwaardig OV-netwerk. Daarom is een nieuwe verkenning gestart naar ontsluiting voor openbaar vervoer en fiets voor Zeeburgereiland, waarbij ook de ontwikkelingen meegenomen worden van het Hamerkwartier/Noord en de ambities van Amsterdam voor wat betreft autoluw maken, luchtkwaliteit en duurzaamheid. De verkenning is in het voorjaar van 2020 gereed.

Grote stadsuitbreiding

Net als in 1867, toen een ‘Plan tot uitbreiding van Amsterdam’ werd getekend door stadsarchitect J.G. van Niftrik, is er nu weer een grote stadsuitbreiding van dezelfde omvang noodzakelijk. Van Niftrik ontwierp een fraai collier rond de Singelgracht, maar zijn plan verwerd tot het pragmatische plan-Kalff, een sobere gordel voor 100.000 woningen die tussen 1877 en 1920 aan de stad werden toegevoegd. Later volgden ook de Kinkerbuurt en de Indische Buurt. In het plan van Van Niftrik was destijds de Ceintuurbaan bedacht als begin van een doorgaande boulevard vanuit de Indische Buurt in Oost naar de Houthavens aan het IJ in West. En laat dit nou net de gebieden zijn waartussen tot 2040, nu voornamelijk rondom het Binnen-IJ, Amsterdam wordt verdicht tot een compacte stad, waarin hoogwaardig openbaar vervoer en fietsmobiliteit een cruciale rol spelen.

Het verbeteren van de route via de Insulindeweg, Flevoweg en de Amsterdamse- en Schellingwouderbrug biedt veel meer mogelijkheden dan nu worden gezien. Na de Amsterdamsebrug is er een mooie spreiding: een veelheid aan routes over dijk, pad, kade of weg leiden naar verschillende bestemmingen in de stad. Het huidige tracé van tramlijn 3 (Korte Zoutkeetsgracht-Museumplein-Ceintuurbaan-Flevopark), doorgetrokken over het Zeeburgereiland tot aan Landelijk Noord, zal een fraaie route vormen die, bestemd als tweede fietsring, met zorg ingericht zou moeten worden als een echte Amsterdamse laan, met een tram, bomenrijen, promenade. Als voorbeeld zouden de Apollolaan en Churchilllaan kunnen dienen of de mooi ontworpen en beplante straatzone van Frederiksplein en De Nederlandsche Bank.

Smaragd: goed begin

Met het woonblok De Smaragd in de Indische Buurt, dat op de hoek van de Insulindeweg naast het Muiderpoortstation is gelegen en in 2016 werd opgeleverd, is een goed begin gemaakt. Hier krijgt de Insulindeweg eigentijdse allure die hoort bij een echte Amsterdamse laan. Een fietsstraat, tramtracé en boulevard ineen, startend in Oost bij de Schellingwouderbrug en aansluitend op de wegen naar West. Deze laan, beginnend in de Indische Buurt zal in schoonheid en kwaliteit niet onderdoen voor de Churchill- en Apollolaan in Zuid. Sterker nog, ze zal deze overtreffen.


Doorgaande routes

Historisch gezien kent Amsterdam meerdere doorgaande routes in de stad. Maar voordat zulke routes een feit waren moesten er een aantal barrières overwonnen worden. Er werden bruggen over de Amstel en het Vondelpark gemaakt. De Spoorwegwerken Oost – waarmee de spoorlijnen tussen het Centraal Station en het Amstelstation op dijklichamen werden gelegd en straten met viaducten werden overbrugd – hadden als belangrijkste doel de verbetering van de verbindingen tussen de (nieuwe) wijken in Oost met de naast gelegen Oosterparkbuurt en de rest van de stad. Mede daardoor konden de Indische Buurt en Watergraafsmeer betere tramverbindingen met de stad krijgen.

Met het Plan Zuid van architect Berlage (1917-1925) werd de ontwikkeling van het gebied ten zuiden van de stad ter hand genomen, tussen de rivieren Amstel en Schinkel. Uiteindelijk kwamen hier de Rivieren-, Apollo- en Stadionbuurt. Hier ontstonden mooie, doorgaande routes met aantrekkelijke profielen en veel aandacht voor architectuur. Min of meer hetzelfde geldt voor Plan West (1922-1927), een ontwerp van Gratama en Hulshoff bestaande uit grote bouwblokken die samen lange straatwanden vormen, van soms wel 250 meter lang.Pas in 1940 was de doorgaande route een feit nadat bij het nieuwe Muiderpoortstation onder de prachtig geklinknagelde viaducten door de tramlijn via de Insulindeweg verbonden en verlengd werd verder naar de Indische Buurt. Toen was de stad van oost naar west verbonden.

deel dit artikel: