De IJopener vervolgt zijn tochtjes door de wijk. Dit keer starten we in de Borneostraat, doen we het Oosterpark aan en gaan we vandaar naar het Flevopark.
Deze ‘voetreis’ van de IJopener begint en eindigt in de Indische Buurt, en net als in eerdere uitstapjes zullen we ook hierin een schrijver gedenken. Maar nu is het iemand die vrijwel in de vergetelheid is geraakt: Bertus Aafjes, in 1914 geboren in de Indische Buurt. Roem is vergankelijk en er zijn maar weinig auteurs die, hoe bekend tijdens hun leven ook, na hun dood nog steeds (of weer) worden gelezen. Ja, Nescio – zijn oeuvre heeft de sloopzucht van de tijd met glans doorstaan. We hebben hem in vorige tochtjes al enkele keren aangehaald. Nu dus schrijver en dichter Bertus Aafjes, overleden in 1993. Nooit van gehoord, zal menigeen zeggen. En waarom weer een dooie schrijver? Er zijn toch genoeg bekende Indische Buurters die nog leven? Zoals entertainment-tycoon Joop van den Ende, gepensioneerd cabaretière Jasperina de Jong, oud-voetballer Wim Kieft of rapper Ali Bouali? Klopt, maar die komen misschien een andere keer aan de beurt. Bovendien zijn er maar weinig die zo mooi over de Indische Buurt hebben geschreven als Aafjes in zijn jeugdherinneringen (De sneeuw van weleer).
Natuur in Oost
Om dit stadstochtje iets van een doel in de natuur te geven, kiezen we een route langs twee parken, het Oosterpark en het Flevopark. Beide schitterende groene longen met een eigen karakter en een ligging die voor haast iedereen bereikbaar is. We beginnen bij het voormalige woonhuis van Bertus Aafjes aan de Borneostraat 32, waarover hij schrijft: ‘Nog tijdens mijn geboorte hield ons huis op het laatste huis te zijn en kon men niet langer uitkijken in de richting van de Zuiderzee.’ Deed Amsterdam maar zoals Berlijn, een stad die consequent gedenkborden plaatst bij de woonhuizen van min of meer bekende dode schrijvers. ‘Hier woonde schrijver X van 1927 tot 1933. Zij/hij schreef hier (volgt een boektitel)’. Mooie gewoonte, zo’n gedenkbord, die de stad een literair verleden geeft en uitnodigt tot schrijvers ontdekken.
We gaan niet ‘richting de Zuiderzee’, maar steken de Delistraat in en lopen naar het spoor. Daar slaan we linksaf en wandelen vervolgens rechts de spoorwegonderdoorgang van de Javastraat naar de Eerste Van Swinden in. Wat een toeval: in het duister van de tunnel bevindt zich juist wél een – haast onleesbaar – gedenkbord: ‘Doorgang vrij, Oost is blij.’ Het stamt uit 1939, toen wethouder De Miranda zich sterk had gemaakt voor een onder het spoor gelegen passage van de Indische naar de Dapperbuurt. Tot dan moesten de bewoners een drukke spoorwegovergang passeren.
Dichters onder elkaar
Loop de Eerste Van Swindenstraat uit en ga het Oosterpark in. Geniet van het groen en loop ergens halverwege naar een uitgang om in Aafjes’ voetspoor Oosterpark 82 (met gedenkbord!) op te zoeken, het Witsenhuis voor schrijvers die hier een tijdje ongestoord willen verblijven. Het liefst natuurlijk om een meesterwerk te scheppen. Aafjes ging hier vaak de dichter J.C. Bloem ophalen, bekend van het sonnet De Dapperstraat waarvan de laatste regel luidt: ‘Domweg gelukkig, in de Dapperstraat.’ Onsterfelijke woorden. Samen liepen ze van Bloems huis naar de kroeg. Aafjes schrijft: ‘We zeiden geen woord, ledigden alleen met het voortschrijden van de uren onze kelkjes jenever. Tenslotte bracht ik dan toch het gesprek op het befaamde sonnet, ik prees het als een der mooiste sonnetten van de ganse literatuur en opperde dat vooral de slotregel – zoals iedere slotregel van een sonnet behoorde te zijn – magistraal was. Ik citeerde: “Stomweg gelukkig, in de Dapperstraat”. Bloem bewoog zich niet in zijn stoel, hief zijn kelkje jenever tegen de namiddaghemel en zei uiterst minzaam, maar zeer gedecideerd: “Domweg gelukkig, in de Dapperstraat, Bertus”.’
Die pijnlijke vergissing dreunt na als we van het Oosterpark naar de Wijttenbachstraat lopen, het spoor onderdoor gaan en de Insulindeweg bereiken. Daar staat tegenover het nieuwe appartementengebouw De Smaragd een richtingaanwijzer voor voetgangers met het Oosterpark (500 m) en het Flevopark (1,2 km) erop. Kuier op je gemak de lange Insulindeweg af, door Aafjes ‘de hoofdstraat’ genoemd van ‘een stratennet dat zich uitstrekte tot de Ringvaart.’ Een kilometer verder loop je via een onopvallend voetpad op de kruising van de Insulindeweg (rechterkant) met de Kramatweg het Flevopark binnen. De bomen, het groen, de rust hier – ook van de Joodse begraafplaats Zeeburg: het is zo overweldigend dat we nu maar beter kunnen zwijgen. ⋅
deel dit artikel: