Samen uit, samen thuis
zei mijn moeder altijd
maar kon niet weten
dat haar huis op een dag
niet meer thuis zou heten
maar verzegeld was
(Zij, mijn moeder en twee dochters
kwamen uiteindelijk ‘samen’ terug
uit het kamp)
Maar wat te denken van de moeder
die haar baby van vier maanden
aan een volstrekte vreemde gaf?
Van de vader die machteloos
toe moest zien dat zijn zoontje
werd ondergebracht
in Friesland of Zeeland?
En nog blij mocht zijn
omdat dan het lieve kind
een kans had
te blijven leven
dus dan maar liever weggegeven
wat hem zo intens dierbaar was?
Als ik nu mijn kleinkind zie
mijn vinger in zijn knuistje
zijn lieve lach
schuift er mijns ondanks
een beeld over dit intieme samenzijn
met deze schat
En zie ik hem met luier en één beer
vertrekken zomaar
met een onbekende meneer
richting het ongewisse
Kan niet eens zwaaien meer
naar zijn ouders
die nog maar één ding hopen
dat ze zich niet vergissen.