Tussen de vaste kaders
van de lijnen met gele ballen
beweeg ik me 
onbezorgd voort
Geen muien
of blauwalg
of gevaarlijke onderstromen
Daar in het water
kan ik dromen
ik weet dat
als ik help roep
er altijd iemand is
die me hoort
Hoe gelukkig
waan ik me
daar onder een blauwe hemel
met uitzicht op Durgerdam
Dat ik
vier jaar terug
naar dit 
strand, dit IJburg kwam
En dan opeens
als bij toverslag 
doet de dood zijn intree
in dit paradijselijk oord
Staan er politiewagens
hekken en blokkades voor
blijkt ook hier de rust, de vrede
plots wreed te kunnen worden
verstoord
Is wat zo vanzelfsprekend leek
een lieflijke, vertrouwde plek
verdacht,
een onvoorzien risico.

deel dit artikel: