Afscheid nemen is moeilijk. Vooral als het gedwongen is. Of onverwacht. Nóg lastiger is afscheid nemen zonder ritueel. Zonder troost. Verdriet vraagt om samen zijn. Samen uiten, samen delen. Om knuffelen en aanraken. Vraagt om nabijheid. De coronacrisis maakt pijnlijk duidelijk hoe belangrijk goed afscheid nemen is. Zoals het leven van alledag stagneert zonder contact, zo stagneert ook de rouw.
Ieder rouwproces verloopt uniek, maar de fases komen overeen: ontkenning, boosheid, verzet, depressie en aanvaarding. Soms lopen ze door elkaar of vinden ze plaats in een andere volgorde. Soms val je terug in een fase die je dacht voorbij te zijn. Ook de duur van een fase verschilt per persoon. Maar aan het eind van het proces is de rouw voorbij en gaat het leven verder. Dan is er acceptatie. Wat we in de volksmond noemen: het heeft een plekje gekregen. Dat is de laatste fase. Dan heb je het verdriet doorvoeld en geïntegreerd. En kun je het loslaten.
Rouw is voor de meesten van ons niet nieuw. Geen afscheid kunnen nemen wel. Op afstand blijven voelt extra onwerkelijk bij verdriet. Extra schrijnend. En onnatuurlijk. Want hoe kun je accepteren dat de ander er niet meer is, zonder het te ondervinden? Zien doet geloven. Geloven doet erkennen. Erkennen doet accepteren.
Ontkenning is de allereerste fase. Een oeroud overlevingsmechanisme dat volautomatisch in werking treedt. Wat we niet willen zien of weten, dat ontkennen we. Ontkenning beschermt ons tegen pijn. De dood is zo definitief dat ongeloof op den duur geen standhoudt. Zo helpt het om een ernstig zieke nog een laatste keer te zien. Om letterlijk afscheid te nemen, bij de kist. Om de crematie of begrafenis bij te wonen. Om te zien en te ervaren dat onze dierbare er echt niet meer is. Om voorbij de ontkenning te gaan. Een moment samen om verdriet te uiten. Samen huilen, samen herinneringen ophalen en samen lachen om anekdotes van
vroeger. Gedeelde smart is halve smart, nietwaar? Nu is dat moeilijk. Afstand houden, neemt veel ruimte. Was het vroeger een uitzondering om in besloten kring afscheid te nemen, nu is het de norm.
Zo heb ik alleen, in mijn eigen huis, afscheid genomen van mijn stoere vriendin Marowah. Zij zal haar veertigste verjaardag nooit vieren en laat vier jonge kinderen achter. En van Engin, de mooie, sterke zoon van mijn lieve vriendin Mukaddes, die met zijn vrouw net een eigen bedrijf en een nieuw leven was gestart. Maar het beklijft niet. Al brand ik nog zoveel kaarsen. In mijn hoofd zijn ze gewoon druk met hun eigen leven en zien we elkaar snel weer. Ook mijn vaders beste vriend Rob is er niet meer. Groot, sterk en vol humor was hij altijd luid en duidelijk aanwezig in onze familie. Een week na hem ging Neeltje. Neeltje Wiedemeijer met wie ik vanaf het eerste uur in de redactie van IJopener zat en in het bestuur. Vijftien jaar herinneringen. Koken met Neeltje. Voor mij was dat meer dan haar vaste rubriek in IJopener. Voor mij was dat vanzelfsprekend. Neeltje in de keuken. Bij Neeltje was iedereen welkom als dinergast. Mits ze je mocht. Pré-corona zat ik nog met voormalig puzzelmaker Erik Haan en oud-columnist René Arnoldi bij haar aan tafel voor een huisgemaakt exquise meergangendiner. Bij Neeltje voelde ik me even welkom als vroeger bij mijn oma thuis. Alles kon en alles mocht. Oordelen, daar deed ze niet aan. Ik kon haar alles vertellen en ze vond alles prima. Omdat ze mij prima vond. Neeltje was sowieso niet moeilijk. Ze zei altijd ja, op elke hulpvraag. En vroeg je om haar mening, dan kreeg je eerlijk antwoord. Recht voor zijn raap. Haar mening was haar mening en daar schaamde ze zich niet voor. Ze was linkser dan links en levenslang actief in alles waarin je maar actief kunt zijn. Anti-onrecht. Als je haar boos wilde maken, dan moest je haar rooie rakker-mentaliteit ter discussie stellen. Iets wat ik nooit heb gedaan. Want ik deelde haar visie. Op de barricade gaan voor gelijkheid en eerlijkheid. Geloven in de goedheid van de mens. Zo was Neeltje zelf ook. In- en ingoed.
Voor mij blijft ze altijd in haar keuken staan, roerend in drie pannen. In haar warme huisje in Oost waar liefde en zorgzaamheid altijd op het menu stonden. Dat is de plek die Neeltje heeft gekregen. Al heb ik het nog geen plekje kunnen geven.
deel dit artikel: