Mijn gym is mijn tweede thuis. Ik sport er al jaren. De eerste keer kwam ik voor een artikel in IJopener. Toen heette het nog Jerry’s. De sfeer voelde zo goed dat ik ben gebleven. Moest ik destijds nog de brug over naar winkelcentrum Brazilië, tegenwoordig zitten ze schuin tegenover mij op de KNSM-laan, hoek Azartplein, bij de pont. Fit aan ’t IJ is tijdens corona nog verbouwd, maar het blijft binnen lekken. Strategisch geplaatste emmers vangen druppend water op. De verhuurder is vaak gevraagd er iets aan te doen, maar kan het lek niet vinden. Dus gebeurt er niets.
De beheerder van mijn gebouw reageert precies hetzelfde. Ook in Kollhoff lopen de boxgang en de inpandige fietsenstalling vol met water als het regent. En ontbreekt actie. Het gemak waarmee een melding afgedaan wordt met: we weten het niet, dus helaas. Ik verbaas me erover. Elke keer weer. Want intussen blijft het dweilen. Met de kraan open.
Nu is er veel te doen in Amsterdam over sociale huur. Over het gebrek eraan. Hoe dat wat er nog is, verkocht wordt, opgeplust naar vrije sector óf slecht onderhouden. Het tekort aan middenhuur groeit eveneens, door stijging van de huurprijs. Intussen floreert de particuliere markt en zijn woekerprijzen normaal. Marktconform noemen we dat. Marktwerking doet haar werk namelijk wél goed. Fantastisch zelfs. Amsterdam gaat Londen achterna. Zelfs The Guardian schrijft over de afbraak van ons, in het buitenland veelgeprezen, sociale woonstelsel en noemt de huidige wooncrisis als belangrijkste onderwerp voor de Provinciale Statenverkiezingen. Het artikel van 13 maart besluit met een quote van minister De Jonge van Volkshuisvesting. Zijn tip voor een 25-jarige starter die bij het woonprotest uitlegt dat ze, ondanks een goed salaris, spaargeld en ouders die garant staan, geen betaalbaar huis vindt: ‘Een rijke vriend, heb je daar al aan gedacht?’
Verkiezingen en de strijd tegen water zijn ook het onderwerp in Kanis en Meiland op 11 maart. Bij het politiek café georganiseerd door StadsdorpKNSM bespreken kandidaten voor de waterschapsverkiezingen de grote thema’s en dilemma’s voor de komende tijd. Kandidaat 2 voor de VVD, de 27-jarige Floris-Jan Blok, benoemt vooral kosten, besparingen en financiën. Hij houdt zich prima staande voor een grotendeels groen en links publiek en toont zich een echte partijman. ‘Wees niet jaloers op aandeelhouders, maar word er gewoon zelf een’, grapt hij vrolijk. Daarmee handig het punt van de andere partijen omzeilend dat de vervuiler de kosten van waterzuivering níet betaalt: de huishoudens brengen de meeste belasting op, niet de bedrijven. Als een standaard oneliner rolt het zijn mond uit. Dat veel mensen aan het eind van de maand niets overhouden, lijkt voor hem de ver-van-mijn-bed-show. Sowieso heeft het weinig met jaloezie te maken. Meer met eerlijk delen, verdelen en belonen. Met draagvlak. De vanzelfsprekendheid waarmee de kloof tussen rijk en arm weggewuifd wordt, is zorgwekkend. Waar je wieg stond, is namelijk óók een factor. Op ‘eigen’ kracht succesvol zijn, betekent voor sommigen tegen de stroom inzwemmen en voor anderen met de stroom meedrijven. Weer anderen gaan koppie onder. Of verzuipen. Het ‘eigen schuld, dikke bult’-argument getuigt – net als het afmeten van succes aan geld – van weinig inzicht. En weinig empathie. Jouw probleem, doei! Die mentaliteit corrumpeert de samenleving ongezien, zoals lekkage de fundering van een gebouw. Het resultaat is letterlijk en figuurlijk: rot. Maar alles is verbonden. Dus niet-opgeloste problemen komen gewoon groter en nog lastiger oplosbaar weer voorbij. Telkens opnieuw, totdat we er wel iets mee móeten doen.
Vooralsnog blijft het populair om in plaats van verantwoordelijkheid te nemen, deze af te schuiven. Liefst zo lang als mogelijk. Op papier zijn er voldoende manieren om je recht te halen. Een klacht. Beroep of bezwaar. Een rechtszaak. Maar zulke procedures duren tergend lang. Jaren soms. Ze kosten tijd, geld en energie. En levensvreugde. Je erbij neerleggen is eenvoudiger. En zo promoten we indirect incompetentie en onverschilligheid.
Als ik thuiskom na de training, zie ik in de lift een flyer van De Key hangen: Fijn wonen doen we samen. Tja. Ik dweil wel ‘fijn’ verder. Poets de schimmel weg en ga ongedierte te lijf. En veel bewoners met mij. Samen, in ons uppie. Onze klachten, onopgelost in de praktijk, staan in de computer als afgehandeld. Een ‘helaas pindakaas’-antwoord staat voor de statistieken gelijk aan: klacht opgelost. En zo is de cirkel rond. De gang waar het blank staat bij regen is intussen mooi geschilderd waardoor het heel wat lijkt. Zodat de verkoop van bestaande appartementen in het pand gewoon van start kan en de ‘verborgen’ gebreken geen roet in het eten gooien bij de aanvraag van een splitsingsvergunning. Op papier zijn ze er namelijk niet. Want niet alleen de gebouwen zijn lek. Het systeem ook.

deel dit artikel: