Mijn kuikentje gaat het nest uit. Al is hij al lang geen kuiken meer. Meer een vrolijk kukelende, volgroeide haan. Het is een hele overgang. Passend bij de levensfase waarin ik verkeer. Al is mijn nest in alle hectiek rond de verhuizing nog niet bepaald leeg te noemen. Het lijkt eerder Schiphol. Vóór het uitvliegen, vliegt er nog van alles af en aan. Of in en uit. Van bestellingen en spullen tot helpende handjes en verhuisauto’s. Eén grote chaos waaruit langzaam een nieuwe plek ontstaat. Zijn eigen plek. Waar hij zelf bepaalt wat erin vliegt en wat niet. Een eigen nestje. Gelukkig mag ik nog helpen. En gelukkig nestelt hij zich in de buurt. In Amsterdam. In ons eigen stadsdeel.
Ongelooflijk is dat. In een tijd waarin het lastig is om een zelfstandige, betaalbare woning te vinden binnen de grenzen van de stad. Buiten verwachting ook. Ik nam aan dat er weinig te kiezen viel. Dat hij thuis ‘moest’ blijven wonen. Misschien samen met zijn vriendin ooit een huisje zou kopen. Amsterdam uit zou gaan. Of zelfs Nederland. Des te blijer ben ik met zijn huisje op fietsafstand. Het voelt als een dubbel geschenk. Voor hem én voor mij.
Elke maand schreef hij in via Woningnet. Met telkens minstens honderd gegadigden vóór zich. Maar opeens was daar een uitnodiging voor een bezichtiging van een jongerenwoning in Science Park. Hij moest een motivatie indienen. Een soort sollicitatiebrief. Wie hij is en wat hij denkt bij te kunnen dragen aan de gemeenschap daar. Want het appartement maakt deel uit van een groter geheel. Alle woningen samen vormen een community. En de bewoners hebben het laatste woord. Die kiezen uit de voorgedragen kandidaten wie de woning krijgt.

foto: Simone Slotboom

De community bestaat uit studenten, werkenden en statushouders. Voor elke categorie is er een bepaald percentage woningen beschikbaar. Om toegelaten te worden mag je niet ouder zijn dan 27. Het huurcontract is tijdelijk en eindigt na vijf jaar. Het is niet verlengbaar, maar de inschrijfduur bij Woningnet blijft behouden. Iedereen in de community heeft een eigen eenkamerappartement met keuken en badkamer. Op het plein is een gemeenschappelijke ruimte waar bewoners kunnen samenkomen of zitten aan een van de grote picknicktafels buiten. Er staan speeltoestellen voor de kleintjes. Ook is er een gemeenschappelijk washok. Aangrenzend aan het terrein staan soortgelijke units met start-ups van jongeren.
Als we aankomen, voel ik de fijne vibe die er hangt. Ik kijk naar mijn kind en zie dat hij het ook voelt. Hij is een blij ei. Of beter gezegd: een blij haantje. Hoe meer ik zie, hoe leuker ik het vind. Bruisende jonge mensen en prachtige woningen, van alle gemakken voorzien. Zonne-energie, internet, water; alles is er al. Er zijn twee woonlagen. Begane grond met een buitenzitje en éénhoog met een Frans balkon. Het is containerbouw, maar het oogt als een gezellig, hip straatje met eengezinswoningen.
Deze projecten zijn niet uniek voor Amsterdam. Door heel Nederland worden tijdelijke communities uit de grond gestampt op leegstaande locaties. Een uitkomst voor jonge starters die op de reguliere woningmarkt weinig kans maken. Als ik rondkijk in zijn leuke, frisse nieuwe huisje bedenk ik dat ik zoiets zelf ook leuk zou vinden. Eigenlijk is het een supergoed idee om als community te ‘latten’. Ik ken het concept wel, maar zie het nu voor het eerst van dichtbij, in het echt. Iedereen heeft een eigen woning en privacy, maar kan gemakkelijk verbinding zoeken via de gemeenschappelijke ruimtes, activiteiten en groepsapps.
Weer thuis, op de KNSM-laan, haal ik twee flyers uit de bus. De een is een uitnodiging om deel te nemen aan een virtuele deelschuur voor buurtbewoners van het KNSM-eiland. Nummer twee is een uitnodiging voor een besloten buurthub om te verbinden met buren voor gezelligheid, hulp, informatie, tips of het delen van spullen en diensten. Wat een timing. Kennelijk ben ik niet alleen in mijn enthousiasme. Een ‘community’ starten binnen je eigen gebouw of buurt is zo gek nog niet. Want wat kopen, gebruiken, doen en zorgen we veel apart van elkaar. Soms zelfs zonder elkaar te kennen. Hoeveel leed zit er onnodig verstopt achter de voordeur? Hoeveel vreugde ook die ongedeeld blijft? Gedeelde smart is halve smart. Gedeelde vreugd is dubbele vreugd. Vroeger hing die spreuk in Delfts blauw aan de wand. Al zijn de tegeltjes uit het interieur verdwenen, het gezegde is nog onverminderd actueel. Mensen zijn groepsdieren. Groepsdieren die steeds individualistischer zijn gaan leven. En eenzamer zijn geworden. Als relatievorm is Living Apart Together volledig ingeburgerd. Maar als woonconcept is het nog bijzonder. Al zal het vast een grote vlucht nemen. Samen spelen, samen delen, leerde ik mijn zoon al toen hij klein was. En zo goed als dat principe werkt voor de jonge starters in zijn wooncomplex, zo goed zou dat voor elke leeftijdsfase zijn: jong, ouder en oud. Met of zonder kuikentjes in het nest. Of ergens ertussen in. In de overgang.

deel dit artikel: