TEKST: YVONNE KRUK

Stichting Geheugen van Oost verzamelt verhalen over Amsterdam-Oost van (oud)bewoners en anderen. Alle verhalen zijn te lezen op www.geheugenvanoost.amsterdam, zodat de geschiedenis niet verloren gaat. IJopener publiceert elke keer een verhaal. In deze terugblik is Yvonne Kruk (1948) aan het woord. Zij groeide op in de Indische Buurt en woonde van 1948 tot 1967 aan de Insulindeweg 99 tweehoog, in het stuk tussen de Sumatrastraat en de Riouwstraat.

Als kind dacht ik dat er maar één Indische buurt in het land was, en dat was de mijne. Het was later een heel vreemde ervaring dat er nog heel veel meer Indische buurten waren in andere steden. Ik vond het een mooie buurt en dan spreek ik over de jaren 50 tot eind 60. Dit kwam mede doordat we in de mooiste en breedste straat van de buurt woonden: de Insulindeweg. Andere kinderen waren in onze ogen slechter af. Dat waren de straten zoals de Balistraat of Riouwstraat. Waarschijnlijk was ik even gelukkig geweest wanneer ik daar had gewoond. 

Ik ruik nog de geur van ons portiek. Twee deuren links en rechts van de benedenhuizen, dan een granieten stoep omhoog van vijftien treden, een bordes met vier deuren: twee recht voor je van de bel-etage en links en rechts de bruingelakte houten deuren naar twee en drie hoog met twee deurbellen en naambordjes. Wij hadden een houten naambordje met wit geschilderde letters erop: J. Kruk. Later toen ik in andere steden terechtkwam bleek dat de aanduiding van de etage zoals huisnummer 99 beletage, 99 II of 99 III niet overal algemeen gebruik was. In Den Haag, Rotterdam en Vlaardingen wordt gebruik gemaakt van letters: 99a, 99b, etc.

Op vrijdagochtend werden de kleedjes en trap- en ganglopers geklopt met de mattenklopper, ik moest dan helpen met het vasthouden van de punten van de ruwe lopers. Dat vond ik geen pretje, je moest altijd goed vasthouden en was altijd bang dat je een mep op je vingers kreeg. Daarna werden de stoep en trap geschrobd en het stuk trottoir voor het portiek. Je zag dan overal de langwerpige natte stoepen voor de huizen want ‘zo hoorde dat’. Ik kan de geur van de natte stoep nog bijna ruiken. ⋅

Dit verhaal is afkomstig uit het boekje ‘Een lang dun worstje’ (Calbona Boekenproductie, www.calbona.nl, ISBN 90 71343) dat Yvonne Kruk schreef voor haar broer Cor, zus Greet, vriendin Lottie, kinderen en kleinkinderen. Het boekje beschrijft haar jeugd tijdens de jaren 50 in de Indische Buurt en is opgenomen in de collectie van het Amsterdams Historisch Museum.

deel dit artikel: