Ons stadsdeel heeft een naam hoog te houden als het gaat om het experimenteren met participatie: het betrekken van bewoners bij hun lokale bestuur en bij het stadsdeel. In de vorige bestuursperiode is daarmee voor het eerst in Oost geëxperimenteerd.
Misschien weet u het nog: de inrichting van het Diemerpark (moeten er meer sportvelden komen of heeft de natuur het zwaarste belang), het tijdelijke afvalpunt op Zeeburgereiland (is dit wel een geschikte locatie) en Waterhart/Brazilië (een groep ondernemers doet voorstellen waar de buurt bedenkingen bij heeft) waren enkele van de participatieve experimenten. Zoals dat gaat bij experimenten worden deze geëvalueerd, zeker als het zoiets precairs betreft als ingrijpen in de lokale democratie.
De stadsdeelcommissie boog zich deze keer dan ook over de ‘lessons learned’ bij een aantal participatieve projecten. Het blijkt niet eenvoudig te zijn om echte invloed aan de burgers te geven: bij het Diemerpark is de uitkomst van het experiment niet door het college gevolgd (er komen vier sportvelden bij), hetzelfde geldt bij het tijdelijk afvalpunt op Zeeburgereiland (dat komt er ook, besluit was al genomen door de centrale stad) en bij de hondenuitrenstrook op de Bert Haanstrakade (verhuizing van de strook gaat niet door) loopt het ook anders dan gewenst.
De stadsdeelcommissie vraagt zich daarom af of er wel geparticipeerd moet worden als de centrale stad de ruimte voelt om de resultaten naast zich neer te leggen. Een ander punt is dat participatie erg veel capaciteit vergt, van de bewoners maar zeker ook van de ambtelijke organisatie. Een gebrek aan capaciteit is de reden dat het participatieproject rondom Waterhart/Brazilië al lange tijd stil ligt. Ook belangrijk is dat de burgers en partijen die mee willen doen met de participatie, representatief vertegenwoordigd moeten worden: alle belanghebbende partijen moeten een plek krijgen. Want anders wordt de participatie het domein van de ‘beroepsburger’: de burger die in staat is om onevenredig veel belang te claimen bij een bepaalde zaak. De andere bij de zaak betrokken belangen hebben dan het nakijken en dat leidt in het ergste geval tot teleurgestelde bewoners die afhaken bij de lokale politiek.
De dagelijks bestuurder is een stuk positiever en benadrukt een paar keer dat het belangrijk is dat we nieuwe dingen proberen en natuurlijk gaan er ook wel eens zaken mis. Hij stelt voor om in navolging van een inspiratiesessie die hij eerder heeft georganiseerd een technische sessie te organiseren om daar de experimenten die er zijn geweest goed met elkaar door te spreken. In de tussentijd worden de leden van de stadsdeelcommissie opgeroepen om nieuwe projecten aan te dragen waar participatief geëxperimenteerd kan worden. Maar dan wel graag op een inclusievere en bredere manier dan tot nu toe. En wellicht kan de wethouder Democratisering dan ook een bijdrage leveren aan de discussie. Het gerucht gaat dat hij met een brief gaat komen. Afgesproken wordt dat zodra de brief geschreven is, de stadsdeelcommissie verder praat over de participatieve aanpak in ons stadsdeel.
deel dit artikel: