Schamele vertoning. Postzegelplan. Klein bier. De stadsdeelcommissie praat over participatief buurtbegroten. Het dagelijks bestuur is van plan om per buurt €200.000 uit te geven aan een nieuw participatie-experiment. En de stadsdeelcommissie vindt daar wat van.
Althans voorzover het mogelijk is om er wat van te vinden. Want er zijn geen stukken geagendeerd voor de vergadering waaruit de plannen van het dagelijks bestuur blijken. Er schijnt enige tijd geleden een technische sessie te zijn geweest, over het Antwerpse model van buurtbegroten dat kennelijk ook in Oost gebruikt gaat worden, maar niet iedereen is bij die technische sessie geweest. En er zijn ook geen stukken van die bijeenkomst. Waar hebben we het dus over, vraagt een deel van de stadsdeelcommissie zich af.
De portefeuillehouder van het dagelijks bestuur wijst herhaaldelijk op een weekendmail die in december vorig jaar is verstuurd waar in de bijlage de plannen van het bestuur zijn opgenomen. De leden van de stadsdeelcommissie lezen hun weekendmail toch wel? Een oproep om het punt van de agenda te halen blijft onbeantwoord. Het bestuur spreekt moedig voort over de plannen om participatief te gaan buurtbegroten. Dan gooit een lid van de stadsdeelcommissie het over een andere boeg. Waar gaat het hier eigenlijk over, de stad heeft zoveel problemen, moeten we ons nou hiermee bezig houden, met een schrale €200.000 per buurt? Het is gewoon een postzegelplan, een schamele vertoning. En bovendien, waar komt dat geld vandaan, toch niet uit de gebiedsplannen? Er is toch niet ineens geld over? En wat moet de rol van de stadsdeelcommissie zijn bij het buurtbegroten? Mogen ze zich er mee bemoeien, of moeten ze zich afzijdig houden? We hebben het over participatie en dus over de bewoners, die zijn aan zet. Die moeten besluiten waar het geld naar toe gaat, dat is immers de kern van buurtbegroten. En dat is toch wel bijzonder. De stadsdeelcommissie, gekozen door de inwoners van Amsterdam, heeft alleen adviesrecht. Ze mogen niets beslissen. Bewoners wel, zij hebben nu meer bevoegdheden dan de leden van de stadsdeelcommissie. Dat is best wel ongemakkelijk als het gaat om plannen voor de buurt waar je als lid van de stadsdeelcommissie zelf woont. Moet je elke schijn vermijden en gewoon helemaal niet naar al die bijeenkomsten gaan die ongetwijfeld weer worden georganiseerd om het participatietraject tot stand te brengen, of ben je ook gewoon burger en mag je een stem hebben. En dus meebeslissen over de besteding van die €200.000? Het bestuur vindt dat de leden van de stadsdeelcommissie als ambassadeur moeten optreden voor de plannen van het bestuur. De bewoners enthousiasmeren, zorgen dat ze naar de bijeenkomsten gaan, een positieve stimulerende rol spelen. Maar meer niet.
Daar zit je dan als gekozen volksvertegenwoordiger, als representant van de representatieve democratie. Het is niet de bedoeling dat je de participatieve democratie doorkruist. Kennelijk maak je daar geen deel van uit. Om er zeker van te zijn dat het participatieve proces niet geschaad gaat worden roept het dagelijks bestuur de leden van de stadsdeelcommissie op ‘de nodige hygiëne te betrachten’ en niet de eigen geweldige ideeën die de leden van de stadsdeelcommissie ongetwijfeld zullen hebben, tijdens het participatietraject buurtbegroten te gaan propageren. Waarvan acte. ⋅
Elk nummer doet IJopener Magazine kort verslag van de maandelijkse vergaderingen van de stadsdeelcommissie Oost in de vergaderzaal aan de Oranje-Vrijstaatkade.