Het huidige college van burgemeester en wethouders heeft zich bij zijn aantreden in 2018 grote doelen gesteld op het gebied van democratisering. ‘Samen met de Amsterdammer de stad maken. Meer mensen mee laten praten, en dan juist ook mensen die we nog niet horen. Bewoners hebben net zulke goede, zo niet betere, ideeën als het stadsbestuur. Wij streven naar een open en transparant bestuur, een naar buiten gerichte organisatie die open staat voor maatschappelijk initiatief en een gebiedsgerichte werkwijze. We voelen het als onze verantwoordelijkheid om de zeggenschap van bewoners te vergroten. Niet door nieuwe stelsels maar door met de stad het gesprek en debat aan te gaan over hoe dat kan.’

Over een half jaar zijn de volgende gemeenteraadsverkiezingen en zit de tijd van het huidige college erop. Dus hoe zit het met die radicale democratisering – zijn eigen woorden – die de verantwoordelijke wethouder beloofd heeft? Voor de zomer heeft de gemeenteraad over mogelijke hervorming van het bestuurlijk stelsel gesproken. Duidelijk was dat de raad een burgerpanel dat bestaat uit gelote burgers die de stadsdeelcommissie komen versterken zoals de wethouder dat voor zich ziet, niet ziet zitten, evenmin als de stadsdeelcommissie zelf overigens. 

Het betrekken van de burgers door burgerfora ziet de raad wel zitten. In een burgerforum krijgen willekeurig gekozen Amsterdammers de kans te discussiëren over een politiek gevoelig onderwerp waardoor de politiek weet krijgt van de standpunten van de Amsterdammer. En het is een idee om jongeren vanaf 16 jaar stemrecht te geven bij de verkiezing van de stadsdeelcommissie. Ook wil de raad de stadsdeelcommissie weer een budgetrecht geven, al is het in beperkte vorm. De gekozen stadsdeelbestuurders, zo node gewenst door de stadsdelen, komen er niet, die blijven in de toekomst – net als nu – door het college benoemd. Ook ziet de raad geen heil in een betere financiële compensatie van de stadsdeelcommissieleden. Het lijkt er dus op dat het bestuurlijk stelsel grosso modo hetzelfde blijft. 

En hoe zit het met de andere radicale plannen van de wethouder? Toen daarover deze maand in de raad werd gesproken, bleek dat het college nog druk doende is. De wethouder kon wel toezeggen dat er voor de verkiezingen zowel een herziene verordening op het bestuurlijk stelsel als een herziene referendumverordening (eentje die huidige drempels verlaagt en de mogelijkheden verruimt) zal worden ingediend.  Ook zullen voor de verkiezingen nog de ervaringen met cocreatieplekken (ontmoetingsplekken waar bewoners, ambtenaren en andere organisaties samenkomen om oplossingen te bedenken voor problemen die de buurt belangrijk vindt) worden geëvalueerd. 

De raad denkt zelf dat Amsterdammers meer zullen gaan meepraten als duidelijker is hoe besluitvorming loopt, waar besluiten genomen worden en wanneer de juiste momenten zijn om invloed uit te oefenen. De gemeente en ook de stadsdelen moeten dat veel duidelijker en inzichtelijker gaan maken. Op een site, via een app, dat maakt niet uit. Als mensen de informatie die zij zoeken maar kunnen vinden. Over de herinrichting van de straat, een nieuw idee voor buurtbegroten, noem maar op. Betere communicatie dus. En meer transparantie.

En dan nog iets. Bij aanvang bepaalde het college dat elk nieuw beleidsstuk een participatieparagraaf dient te bevatten. De raad vindt dat het college daarmee de lobby is vergeten. Wie hebben er gelobbyd, met wie heeft de wethouder gesproken en welke belangen lagen er op tafel? Daar openheid over geven vergroot het vertrouwen in politiek en overheid en helpt bij de besluitvorming en meningsvorming door de raad. Er moet kortom een lobbyprotocol komen. De wethouder lijkt het allemaal prima te vinden, al was het maar omdat hij zelf in zijn tijd als gemeenteraadslid veelvuldig belobbyd is. Nog een voorstel dat op weg naar radicale democratisering uitgewerkt moet worden.

Elk nummer doet IJopener kort verslag van de maandelijkse vergaderingen van de stadsdeelcommissie Oost in de vergaderzaal aan de Oranje-Vrijstaatkade.

deel dit artikel: