Voor de zomer was een belangrijk rapport verschenen. ‘Genereus verbonden’ heet het en het gaat over nieuwe oeververbindingen tussen het Centrum en Noord en tussen het Oostelijk Havengebied en Zeeburgereiland en IJburg. Extra bruggen moeten er komen, extra nautische parkeerterreinen voor schepen bij Kompaseiland en extra ponten om fietsers en voetgangers ruim baan te geven. Dit omdat het IJ, maar ook het Amsterdam-Rijnkanaal, steeds meer het centrum van de stad vormen en de stad er omheen welig tiert. Goede verbindingen over deze wateren zijn dus belangrijk om die ontwikkeling te ondersteunen. Volgens het rapport is een permanente pontverbinding over het Amsterdam-Rijnkanaal voldoende om het Oostelijk Havengebied met Zeeburgereiland en dus ook IJburg te verbinden. Daarnaast zou de Amsterdamse brug meer fietsvriendelijk en geschikt voor openbaar vervoer gemaakt moeten worden.

En nu werd het rapport in de stadsdeelcommissie besproken omdat het college – dat uiteindelijk de besluiten neemt – wil weten wat het dagelijks bestuur van het rapport vindt en het dagelijks bestuur vervolgens weer wil weten wat de stadsdeelcommissie ervan vindt. Het dagelijks bestuur had al een voorzetje gedaan en eigenlijk de aanbevelingen in het rapport overgenomen. Wel had het in zijn opzet aangegeven zich zorgen te maken over het risico dat buurten niet zozeer verbonden worden, maar juist tegenover elkaar komen te staan. Dat ziet het dagelijks bestuur al concreet gebeuren tussen bewoners van Sporenburg en bewoners van Zeeburgereiland/IJburg naar aanleiding van de voorgenomen (tijdelijke) pontverbinding. 

Op het eerste gezicht was dit toch wel een lastig puntje voor de stadsdeelcommissie. Zij wordt immers geacht de ogen en de oren van de buurt te zijn en ja, dan zou je dezelfde tegenstellingen verwachten in de stadsdeelcommissie. Misschien zelfs wel een knokpartij tussen de vertegenwoordigers van het Oostelijk Havengebied en die van Zeeburgereiland. Maar niets bleek minder waar. De stadsdeelcommissie presenteerde zich eensgezind als groot voorstander van een permanente en vaste oeververbinding tussen het Oostelijk Havengebied en Zeeburgereiland, waarbij het voor de stadsdeelcommissie niet uitmaakte of het een brug of een tunnel zou worden. En de bewoners van het Oostelijk Havengebied werden opgeroepen uit hun bubbel te stappen; je woont niet meer aan het eind van een doodlopende straat, maar middenin een zich ontwikkelende, bruisende stad. Kom op zeg, wordt wakker.

Aldus verzocht de stadsdeelcommissie het dagelijks bestuur het advies aan het college over de aanbevelingen uit het rapport ‘Genereus verbonden’ uit te breiden. Even werd nog gesteggeld over de exacte bewoordingen. Want de portefeuillehouder van het dagelijks bestuur was best bereid één zin aan het advies toe te voegen maar dat vond de stadsdeelcommissie wat te mager. De ene zin van de portefeuillehouder werd uiteindelijk uitgebreid met een bijzin. Toegevoegd werd dat er nader onderzoek zou moeten komen naar een vaste oeververbinding tussen Zeeburgereiland en het Oostelijk Havengebied, waarbij eventuele nautische en stedenbouwkundige bezwaren kunnen worden opgelost.

De portefeuillehouder verzuchtte nog ‘zal er ooit geld zijn voor een brug?’, maar dat hoorde niemand meer. Het uitgebreide advies werd in stemming gebracht; veertien leden stemden voor, één lid onthield zich. Omdat dat lid van mening was dat een vaste oeververbinding van levensbelang is voor Zeeburgereiland en IJburg en het ontbreken daarvan een planologische misser van jewelste. Het was goed geprobeerd, maar er zijn grenzen. ⋅

Elk nummer doet IJopener Magazine kort verslag van de maandelijkse vergaderingen van de stadsdeelcommissie Oost in de vergaderzaal aan de Oranje-Vrijstaatkade.

deel dit artikel: