De stadsdeelcommissie is al bijna drie maanden geleden gekozen, geïnstalleerd en klaar om de komende vier jaar het verschil te gaan maken in ons stadsdeel, maar de rest is dat nog niet. Op de Stopera wordt nog druk onderhandeld over een nieuw programakkoord. Er zijn nog geen nieuwe wethouders en er zijn ook nog geen nieuwe dagelijks bestuurders. Iedereen is waarnemend. Zo ook de dagelijks bestuurders van Stadsdeel Oost. Twee van de drie mannen hopen de komende periode weer opnieuw in het ambt benoemd te worden, de derde heeft na 28 jaar gemeentepolitiek aangegeven niet langer meer beschikbaar te zijn. En omdat iedereen waarnemend is, bevindt de fris aangetreden stadsdeelcommissie zich in een soort vacuüm; een zogenaamde beleidsarme periode. Dat betekent: geen plannen van enige betekenis tot aan de zomer. Waarover dan te vergaderen? In de eerste plaats over hoe vaak en waar er vergaderd moet worden. Vroeger werd er twee keer per maand vergaderd, een keer op het stadsdeel en een keer in de buurt die het stadsdeelcommissielid vertegenwoordigde. Die buurtvergaderingen heeft de gemeenteraad afgeschaft. De stadsdeelcommissie vindt dat jammer en is reeds nu al zo gewiekst dat ze daar meteen slim een mouw aan past. Ze besluit om elke derde vergadering op een specifieke locatie in Oost te laten plaatsvinden. Zodat de bewoners van dat gebied zich vertegenwoordigd weten. 
De vergaderingen moeten wel voorgezeten worden. Wie van de leden wil dat op zich nemen? Niemand steekt zijn hand op. De waarnemend voorzitter kijkt streng de zaal rond. Zelf behorend tot een eenmansfractie, constateert hij dat het niet voor de hand ligt om leden van eenmansfracties voorzitter te laten zijn. Op die manier zouden de eenmansfracties geen politieke invloed hebben in de stadsdeelcommissie, omdat een voorzitter neutraal dient te zijn en zich niet inhoudelijk in een discussie mag mengen. Dat betekent dat de SP, St3m/Méérbelangen, de GroenenBasisPiraten en DENK, die allemaal één zetel hebben, geen voorzitter hoeven te leveren. Ook de leden van de fracties met twee zetels, de VVD en de PvdA, zouden wegens hun geringe omvang vrijgesteld moeten worden van deze taak. Blijven over D66 met drie zetels en GroenLinks met zelfs vier zetels. Die kunnen toch wel een lid afstaan aan het voorzitterschap? De andere leden roepen dat die twee partijen hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Waarop GroenLinks uitroept dat ze weliswaar de grootste partij in de stadsdeelcommissie van Oost zijn, maar niet dominant willen zijn. De vicevoorzitter leveren is wat die partij betreft het meest passend. Wellicht door deze voor een politieke partij toch wonderlijke redenering komt er ineens schot in de zaak en na een korte schorsing levert zowel GroenLinks als D66 afwisselend een voorzitter. 
Wat verder nog opvalt: in onze stadsdeelcommissie zit iemand die, zoals hij zelf zegt, veel verstand heeft van computers, er zit een zendamateur in, een advocaat, een projectverantwoordelijke, een instroomfunctionaris, iemand die veel weet over duurzame landbouw, een koude beller ofwel een cold caller, een beleidsadviseur, een persoonlijk assistent, iemand die directeur is van zijn eigen bedrijf. Van de vijftien leden zijn er zeven vrouw en een is opa. Verder valt op dat de drie waarnemende dagelijks bestuurders samen negen kinderen hebben, terwijl alle stadsdeelcommissieleden tezamen er maar acht hebben. Opvallend is tot slot dat zes leden van de commissie wonen in de Indische Buurt, drie in de Watergraafsmeer, drie in IJburg, een op Zeeburgereiland, een in Oud-Oost en niemand in het Oostelijk Havengebied. Niemand. Of het moet de piraat zijn, hij heeft zijn woonplek niet onthuld. Zoals een echte piraat betaamt.

Elk nummer doet IJopener kort verslag van de vergadering van stadsdeelcommissie Oost aan de Oranje-Vrijstaatkade.

deel dit artikel: