Tijn Brüggemann noemt zichzelf een maker. Als haar ene project af is, gaat ze door met het volgende. Vaak neemt ze te weinig tijd om haar werk te exposeren. Wat ze filmt is authentiek en alles doet ze zelf. Tijn woont op het KNSM-eiland en heeft haar atelier in Noord.

In het stukje voorgeschiedenis vertelt Tijn dat ze op haar achttiende naar Amsterdam is gekomen om te studeren aan de Frederik Muller Academie, een uitgeversopleiding. Hier kreeg ze les van onder anderen Kees Fens. Aan het eind van de opleiding kozen de meeste van haar medestudenten de richting ‘literair uitgever’. Zij koos voor ‘wetenschappelijk uitgever’ en vond dat je dan ook een universitaire opleiding moest hebben. Daarom is ze rechten gaan studeren. Na deze studie heeft ze, omdat ze graag wilde filmen, stage gelopen bij Allarts. Het stageloon was miniem en ze ontdekte dat de vrouwen die bij het bedrijf werkten dat allemaal voor bijna niets deden. De beslissing was toen snel genomen. 
Tijn: ‘Er moest natuurlijk wél brood op de plank komen, dus ben ik de advocatuur in gegaan en ben jurist gebleven tot 2016. Ik vond dat heel interessant werk. Ik stond bijvoorbeeld artsen bij die waren aangeklaagd door patiënten. Toch bleef ik met het idee rondlopen dat ik iets met filmen en fotografie wilde doen. Op mijn zesenvijftigste ben ik naar de parttimeopleiding gegaan van Open Studio’s in Amsterdam. Dat deed ik naast mijn juridisch werk. Ik koos voor de opleiding camera-journalist. Dan leer je echt alles. Geluid, beeld, je film opbouwen. Het is voor mij een heel gedegen opleiding geweest.’ 
Tijn was de oudste student van een groepje van vijftien. Al snel noemden zij haar de artfilmer. Haar hoofddocent Ben van Houter gaf haar alle ruimte daarin, op voorwaarde dat zij zich aan de voorschriften van de opleiding hield. ‘Dat was voor mij heel leerzaam. Ik leerde er hoe het moest en bedacht dat ik later als kunstenaar eventueel bewust hiervan kon afwijken. (Lachend) Ik merk vaak dat ik toen zo goed getraind ben, dat ik nog veel moet loslaten.’

Still uit Tijns korte film over de overleden Brusselse kunstenaar Bizoux de Clerq

Beelden vormen choreografie

Als je art-filmer bent, zou het ook zomaar kunnen dat je een film maakt, waarop geen bewegend beeld te zien is. Zo werkt het voor Tijn niet. Zij doet ook geen studiowerk. Wat beweegt wordt film, wat stilstaat wordt een foto. In haar hoofd ontstaan de plannen en ze maakt aantekeningen. Tijn: ‘Soms zijn de beelden al heel vaak aan me voorbijgegaan en dan opeens krijg ik met een schok het gevoel: hier wil ik iets mee doen. Als ik dat besloten heb, maak ik een opzet en ga aan de slag.’ Om een voorbeeld te geven, vertelt ze over haar zwart-wit film Ferry Moving. ‘Ik ga dagelijks met het Oostveer naar Noord, naar mijn atelier. Ik sta op de pont en neemt waar hoe de mensen zich bewegen, in combinatie met het geluid. Een heel dagelijks beeld, met het vertrouwde geluid dat bij de pont hoort. Het broeide al een tijdje, het stond op mijn afvinklijst en ik besloot de film te maken. Ik heb mijn werkkleding aangetrokken – dat doe ik altijd als ik op pad ga, omdat ik uit nogal vreemde standpunten film en mijn normale kleding daar niet tegen bestand is – en ben aan de slag gegaan. Gelukkig regende het de dag dat ik filmde behoorlijk, waardoor veel fietsers en voetgangers binnen bleven staan. Meestal is het dek tjokvol, maar nu was het overzichtelijk en kon ik de passagiers filmen. Natuurlijk op mijn manier, dus dit keer geen personen in z’n geheel, maar alleen de benen en een gedeelte van hun fiets. Ik had mijn camera, waarop een microfoon gemonteerd zit, gewoon op dek gezet en hoopte dat hij het zou overleven. Ik doe dat op deze manier omdat mijn ervaring is dat mensen zich anders gaan gedragen, als ze zien dat je aan het filmen bent. Als mensen de filmcamera zien en aangeven niet gefilmd te willen worden, dan houd ik daar rekening mee. Het zijn heel wat tochtjes op en neer geweest. De manier waarop het Oostveer vaart is prachtig, het vaart in sierlijke bochten. Deze beelden vormen door het geluid van de pont gecombineerd met de beweging van de mensen een soort choreografie.’ 

Imperfectie perfect weergegeven

‘Als ik voldoende filmmateriaal heb, ga ik het eerst allemaal bekijken. Je ziet dan dat het dagelijks beeld, dat wat je ziet, gekaderd er heel anders uitziet en regelmatig heel verrassend is. Daarna beschrijf ik de beelden in mijn digitaal dagboek. Eerst wordt dus alles uitgeschreven. Het monteren doe ik pas veel later.’ 
Voor Tijn is het ritme in een film heel belangrijk. De beelden moeten voor haar kloppen als in muziek, en met het geluid in de pas lopen. De compositie moet een geheel zijn. Ze probeert een heleboel dingen uit en kan pas zien of het goed is als het gemonteerd is. ‘Ik ga net zolang door totdat ik tot het inzicht kom dat het goed is. Als het voor mij het beste is wat ik op dat moment kan doen, dan is het klaar. Ik begin vaak heel complex, dat speelt zich af in mijn hoofd, maar keer geleidelijk weer terug naar de basis. Ik denk dat iedere kunstenaar dergelijke processen doorloopt. Ik stond eens met twee collega’s op het pontje en we kwamen al pratend tot de conclusie dat we alle drie juist het imperfecte willen laten zien op een perfecte manier. Het is voor een kunstenaar normaal dat je het heel goed wilt verbeelden. Zoals het je voor ogen staat.’

Jitse, kapper in Amsterdam, gefotografeerd door Tijn

Film op de muur

Haar films zijn vaak monochroom en soms in kleur. ‘Mijn camera neemt alles in kleur op, maar voor een abstracte vormgeving vind ik het mooier daar zwart-wit van te maken. Je hebt dan minder last van ruis. In [curs]Ferry Moving zou kleur heel erg afgeleid hebben, door de kleuren van de kleding van de mensen, de fietsen en het pontje zelf. Vandaar die keuze.’ 
Iedere dag is Tijn te vinden in haar atelier. Naast het monteren van haar films, is ze ook bezig met het bijleren van de techniek. Je moet volgens haar altijd up-to-date zijn. YouTube is voor haar een goede bron. Voor geïnteresseerden: haar werk is niet zomaar te downloaden. ‘Ik laat het alleen zien op exposities of als ik meedoe aan een festival. Mijn films moeten namelijk gewoon op een muur worden vertoond, op de hoogte die ik wil, dus niet op een telefoon.’ Ze lacht: ‘Ik ben eigenlijk een soort street-artist’.

www.tijnbruggemann.nl

deel dit artikel: