Hij woont in het Oostelijk Havengebied en schrijft al meer dan dertig jaar gedichten. Maar pas nu is er een poëziebundel van Michel van Dijk verschenen. Buurtmagazine de IJopener las zijn werk en sprak met hem. 

Dichters zijn de woordkunstenaars van de vierkante millimeter. Nieuwe dichtbundels zijn dan ook zelden dik. Ieder woord moet raak zijn. Poëzie is compacte, geconcentreerde taal. Daar heb je zelden honderden pagina’s voor nodig. 
De net verschenen bundel Als jij het zegt van debutant en wijkgenoot Michel van Dijk telt 69 bladzijden. Maar wát een gedichten staan er in dit bescheiden werk. ‘Een gedicht schrijven/ is het allerkleinste dat je kunt doen/ geen gebaar is minder zichtbaar/ dan een pen die woorden zoekt’. Zo begint Geweldloos, dat Van Dijk schreef voor ‘iemand die niet meedoet met de wereld’. Of neem het gedicht dat hierbij in z’n geheel is afgedrukt, Bevrijdingsdag, 5 mei 2020 met als sterke openingsregels: ‘Ik werd wakker/ op de Diemerzeedijk richting Muiden’. Als je dat leest ben je meteen ter plekke. Zulke gedichten sleuren je mee, bladzij na bladzij.

Michel van Dijk (58) woont al jaren in het Oostelijk Havengebied. Hij is journalist, zanger, liedjesschrijver bij zijn muziekgroep Café Wehmut en nu, met het verschijnen van de bundel Als jij het zegt, ook dichter. Maar feitelijk is het zo, vertelt hij bij de koffie aan de eettafel thuis, dat hij al ruim dertig jaar gedichten schrijft. Het boekje is gloednieuw, en het is ook z’n eerste echte poëziebundel, maar een beginner kun je hem niet noemen. ‘Ik heb niet continu geschreven, er zitten tijdsprongen van jaren tussen. De laatste tien jaar heb ik heel frequent gedichten gemaakt. Dagelijks, soms wekelijks. Maar nooit: niet.’ 
Ook deze ochtend, zegt hij, heeft hij iets geschreven, een gedicht getiteld Waarzegger. ‘Ik vind het fijn om te doen en ik ben trots op mijn werk’, zegt Michel van Dijk terwijl hij met z’n linkerhand op de omslag van zijn bundel klopt. 
Als hij een ingeving krijgt noteert hij die in een schriftje dat hij meestal bij zich heeft. In een wandkast met vier planken staan de vruchten van zijn werk gerangschikt. Notitieboekjes van jaren her, vol handgeschreven teksten in een lastig te ontcijferen spijkerschrift. Als jij het zegt, in eigen beheer uitgegeven, telt zesenveertig gedichten en vormt een selectie uit het werk dat hij de laatste jaren heeft gemaakt. 
Van Dijks gedichten zijn met ogenschijnlijk gemak opgeschreven, vormvast en in heldere taal. Maar steeds gaat er een verhaal achter schuil; een tweede laag die, als je goed leest, méér laat zien. 
In Kerstavond en het net zo aangrijpende Op het bankje bij de leeuwen (in Artis) gaat hij in op de relatie met zijn ouders. Het eerste gedicht begint zo: ‘Ik was in de keuken/ verschoof potten en pannen/ deed iets met sperziebonen/ maar alles viel stil/ toen ik mijn moeder/ hoorde zingen’. In het tweede gedicht, over zijn vader, is de toon rauwer: ‘Toen we op het bankje zaten/ moest ik het toch één keer vragen/ “Vader, wanneer ziet u mij?”.’ Beide gedichten zijn meer dan de som van hun delen. Ze vertellen een verhaal over liefde en genegenheid maar ook over een kind dat, onbegrepen door zijn vader, ‘nog steeds bleef smeken/ om een gunst’.

Een buurtdichter kun je Michel van Dijk niet noemen. Hij is een buurtgenoot die gedichten schrijft. De buurt en de woonomgeving in Oost zijn soms in z’n werk aanwezig. Zoals in het eerder aangehaalde Bevrijdingsdag, 5 mei 2020. Gevraagd naar een toelichting hierop zegt hij: ‘Dit gedicht gaat over het stuk Diemerzeedijk nabij de Diemer Vijfhoek, een fraai natuurgebiedje bij de elektriciteitscentrale daar. Ik heb er op Bevrijdingsdag 2020 euforisch rondgelopen, zo mooi was het. En wat in het gedicht staat klopt: er was bij ons in de familie net een geboorte geweest. ‘Pak mijn hand/ gisteren is een kind/ geboren zei jij –/ Je stem was als de Diemerzeedijk/ op weg naar/ Muiden’. 
Dichter Michel van Dijk was die dag ‘heel erg getroffen’ door het leven. ‘Je kunt het ook mijn persoonlijke bevrijdingsdag noemen.’

Michel van Dijk, Als jij het zegt, Boekengilde (michelvdijk.nl), 69 blz.,
€ 15

Bevrijdingsdag


Ik werd wakker
op de Diemerzeedijk richting Muiden
werd wakker van de koekoek
die net was neergestreken
nu zijn plaats bepaalde
tussen wilg en riet

Werd wakker van de schapen
lammeren loom verspreid
over de dijk
in de schaduw van de hoge
populieren

Werd wakker van het snerpen
hoog in de lucht gierzwaluwen
die als zwarte pijlen
op muggenwolken
joegen


Mijn ogen werden wakker
het paars van hondsdraf
smeerwortel droomdans van
de hommel vlokken stuifmeel
aan zijn afhangende
gelede poten

Mijn oren werden wakker
schorre rochel van de fuut
roffel van een bonte
specht
ergens onbenoembaar
tussen de bomen

Mijn neus werd wakker
het zalig zoete
van meidoorn koolzaad
bloesemkegels van
kastanje


Word wakker zei de koekoek
word wakker zeiden
de wilgen
gooi je vleugels los
zei het klein koolwitje
dapper als de eerste
vlinder

Pak mijn hand
gisteren is een kind
geboren zei jij –

Je stem was als de Diemerzeedijk
op weg naar
Muiden

deel dit artikel: