De IJopener vervolgt een serie over schepen in het Oostelijk Havengebied en brengt dit keer de diverse typen woonboten in kaart. 

In vorige edities van de IJopener hebben we een aantal markante woonschepen in het Oostelijk Havengebied geportretteerd. In deze aflevering maken we een inventarisatie. Wat voor vaartuigen liggen hier, vaak na jarenlange actieve dienst, aan de wal en zijn als woonschip in gebruik? Een fietstocht langs de kades levert dit beeld op: in het Oostelijk Havengebied zijn voormalige beurtschepen te vinden, coasters, hagenaars, kempenaars, klippers en klipper-aken, loggers, luxe-motors, pontons en pramen, schoeners, sleepboten, spitsen, steilstevens, tjalken, passagiersschepen, veerboten, vistrawlers, garnalenkotters en zelfs nog een enkel patrouillevaartuig. Compleet is deze opsomming niet.

Trots

Veel van wat de laatste eeuw in Nederland en daarbuiten het water bevoer, heeft hier een aanmeerplaats gevonden. Na grondige verbouwingen zijn de schepen niet zelden woonpaleizen geworden. Ze zijn de trots van hun eigenaars, die kosten noch moeite lijken te sparen om hun boot te behoeden voor verval. De liefde voor het vaartuig waarop ze wonen kan zo ver gaan dat ze een afbeelding ervan op hun lijf laten tatoeëren, ontdekte de IJopener. Of, zoals een schipper-eigenaar tegen ons zei: ‘Je woont erop, je sleutelt eraan, je leeft ermee. Je schip gaat in je zitten.’
Het Oostelijk Havengebied kent woonarken en woonschepen. De eerste groep – bestaande uit betonnen rechthoekige casco’s met een woonhuis erop – is merendeels te vinden aan de Panamakade voor de rode Lage Brug (zes), Cruquiuskade (achttien, in de Nieuwevaart), de Zeeburgerdijk (een zevental, in het Lozingskanaal) en vooral aan het Zeeburgerpad (circa 85, eveneens in het Lozingskanaal). De arken laten we voor wat ze zijn. Met alle respect uiteraard, maar hun geschiedenis is minder interessant dan die van woonschepen, die vrijwel allemaal ooit met vracht of passagiers hebben gevaren. Bij een woonark is dat niet het geval.
De ‘echte’ woonschepen liggen aan de Surinamekade (vier, waaronder de eerder door de IJopener geportretteerde Svalbard), de Javakade (negen), de Veemkade (een vijftal, waaronder de drie evenementschepen tegenover winkelcentrum Brazilië), de Verbindingsdam (links en rechts samen een kleine tien), de Panamakade vanaf de Lage Brug oostwaarts (twaalf), de Ertskade (achttien), de Levantkade (circa 45) en de Borneokade (zo’n vijftig).

De aantallen kunnen variëren; soms verdwijnt er een schip, soms komt er een bij. Op de kop van de Zeeburgerkade zijn enkele wisselplekken voor woonschepen en -arken. De gemeente heeft bepaald dat aan bovengenoemde kades woon[curs]schepen moeten liggen. Die dus ooit gevaren hebben of duidelijk het uiterlijk van een schip dragen, zoals de zogeheten Urban Ships: nieuwe woonboten die er als een echt schip uitzien maar nooit met vracht of passagiers hebben gevaren. 

Kwiek

In de opsomming aan het begin van dit verhaal staan scheepstypen die de leek misschien weinig zeggen. Wat is een tjalk, spits, coaster? We zullen ze toelichten. Een spits, die hier veel voorkomt, is een vrachtscheepje (‘péniche’) met maten die overeenstemmen met die van oude sluizen in Frankrijk: lengte 38,50 meter, breedte 5,05 meter. Een tjalk is een zeilend vrachtschip met platte bodem en oorspronkelijk met zijzwaarden. Een coaster is een zeegaande vrachtvaarder voor gebruik op Noord- en Oostzee.
Het gaat te ver om hier alle vaartuigen te behandelen. Maar dat vele een interessante geschiedenis hebben, laat zich raden. Om even bij de coasters te blijven: daarvan liggen er relatief weinig in het Oostelijk Havengebied. Een stuk of drie, vier. Eén ervan is de oude coaster Kwiek aan de Ertskade, in 1926(!) als motorzeilschip bij G.J. van der Werff in Hoogezand gebouwd. In 1941 werd ze gevorderd door de Duitse bezetter, in 1948 liep ze met een lading hout op een strekdam bij Harlingen, in 1951 strandde ze in de Kalmarsund tijdens een reis van Szczecin in Polen naar het Zweedse Härnösund, en in 1994 gaf een theatergroep in de Houthaven op haar dek een opvoering van de volksopera De Dood en de Zee. Aldus de maritieme website marhisdata.nl. Alles bij elkaar een gedenkwaardige scheepsgeschiedenis, die voorlopig een gelukkig einde vond in het Oostelijk Havengebied.

Het is slechts één voorbeeld van de vele woonschepen hier. Loop eens langs de kades en bekijk die boten met andere ogen. Ooit zeilden ze zwaarbeladen over de Zuiderzee naar Friesland, tuften loom met suikerbieten door een Noord-Frans kanaal of vervoerden passagiers over Rijn en Waddenzee. De maritieme geschiedenis ligt hier voor het oprapen.

deel dit artikel: