Dat de coronapandemie grote economische gevolgen heeft voor Amsterdam is zonneklaar. Waar het hele land geraakt wordt, wordt de hoofdstad extra hard geraakt. Amsterdam blijkt een aantal karakteristieken te hebben die het gevoeliger maakt voor de maatregelen die genomen zijn om de pandemie het hoofd te bieden.
SEO Economisch Onderzoek van de Universiteit van Amsterdam heeft berekend dat Groot Amsterdam per maand een tekort van 1,6 miljard euro moet incasseren. Allemaal gemiste economische bedrijvigheid, voor een groot deel gemiste omzet van hotels, restaurants, cafés, de groothandel en de luchtvaart. Volgens het SEO leidt omzetverlies in deze sectoren ertoe dat een derde van het aantal banen wordt getroffen: voor Amsterdam een banenverlies van 248.000.
Het grote aantal zzp’ers in de hoofdstad is een andere factor die meespeelt. De Kamer van Koophandel houdt de aantallen bij en ziet dat Amsterdam de meeste
zzp’ers van heel Nederland heeft: 127 per 1.000 inwoners, bijna 70.000 in totaal. Dat is veel meer dan de rest van Nederland waar 72 van de 1.000 inwoners zzp’ers zijn. Als het aantal werkende inwoners als uitgangspunt wordt genomen, is een op de acht werkende Amsterdammers zzp’er. Zelfstandigen zonder personeel die ook nog voor de helft werkzaam zijn in de culturele sector, de media en de
advies- en onderzoeksector. Sectoren die zwaar te lijden hebben onder de corona-
crisis.
Stad in de schulden
Niet alleen de inwoners van Amsterdam worden hard geraakt, ook de gemeentelijke inkomsten lopen forse averij op. De gemeente heeft berekend dat zij eind dit jaar aankijkt tegen een tekort op de begroting van 260 miljoen euro. De gemeente mist namelijk inkomsten door derving van toeristenbelasting (100 miljoen), parkeergelden (75 miljoen), dividend (onder meer van Schiphol à 50 miljoen) en heeft te maken met oplopende kosten en extra uitgaven van 50 miljoen euro. Door al deze tegenvallers zal de Algemene Reserve eind dit jaar op 0 (nul) uitkomen. Amsterdam heeft dan geen buffer meer om onvoorziene risico’s op te vangen.
Dat heeft natuurlijk gevolgen voor de begroting. Amsterdam is 2020 begonnen met een tekort van 83 miljoen, ondanks het economisch florissante jaar 2019. En dat tekort gaat alleen maar groter worden. Hoe Amsterdam dat financiert? Met leningen. De stad heeft altijd al fors geleend en in 2019 steeg de externe schuld van de stad met 495 miljoen tot 5,3 miljard euro. Dit alleen al betekent 81 miljoen aan rentelasten per jaar. In 2020 zal de externe schuld nog verder stijgen naar 6,4 miljard. Er wordt dus 1,1 miljard bijgeleend. Er zit wel een grens aan de hoeveelheid geld die een gemeente mag lenen. In 2020 zal de solvabiliteit van de gemeente uitkomen op 51% en daarmee nog net boven de ondergrens van 50% zitten.
Amsterdams verdienmodel
Amsterdam, de stad die dankzij de internationalisering tot begin dit jaar de grootste groeicijfers van Nederland liet zien – 2% tegenover 1,8% landelijk – verkeert nu dus in grote problemen. Bijkomend ongemak: de stad is afhankelijk van een verdienmodel dat de afgelopen jaren zo is verfoeid. De Amsterdamse ombudsman noemde het de ‘urban jungle waar crimineel geld leidend is en het gezag niet langer aanwezig’. Het gaat over de drommen toeristen die zich blowend, drinkend, seksend en Nutella-etend door de binnenstad worstelen, zich vaak niet eens bewust van de plek waar ze zijn. De groep toeristen die onze economie de afgelopen tijd kennelijk draaiende heeft gehouden. Nu blijkt dat het wegvallen van deze vermaledijde ‘pleziereconomie’ ongekend grote gevolgen heeft. Veel groter dan de twijfelachtige toegevoegde waarde die deze sector aan de leefbaarheid van de stad bijdraagt. ⋅
deel dit artikel: