Weesbootjes worden ze genoemd: scheepjes die aan Amsterdamse kades langzaam liggen weg te rotten. En daarmee een toenemend probleem vormen. De IJopener ging op onderzoek uit.
Niets mooiers dan met een boot het water opgaan. Sommige schepen zijn parels, zoveel aandacht krijgen ze van hun eigenaars. Maar niets treurigers ook dan een bootje dat verwaarloosd op z’n ligplaats achterblijft, volloopt en half of helemaal zinkt. Zo vergaat het veel kleine plezierjachten in Amsterdam. Het is een probleem waarmee de gemeente lelijk in haar maag zit, bevestigt desgevraagd een gepensioneerd ambtenaar die in zijn actieve jaren te maken had met de registratie en berging van weesbootjes.
Ook in ons gebied hoef je niet lang naar zulke vaartuigen te zoeken. Aan de Borneokade vlakbij de zwemsteiger heeft maandenlang een gezonken zeiljacht gelegen waarvan nog slechts een deel van de mast boven water stak. Zelfs een leek kon zien dat dit gevaarlijk was voor schepen en zwemmers. Er is melding van gemaakt bij Waternet en de gemeente, maar tot ver in mei was er nog niets gebeurd. En zo zijn er veel meer: aan de Stokerkade was nog net het achterdek van een gezonken Valk-jacht te zien; de rest van het 6,50 meter lange zeilschip vormde een onderwaterbarrière. De boot is op 20 mei gelicht, opmerkelijk genoeg door buurtbewoners. Aan de Zeeburgerkade lag een gezonken boot met een schuimrubber kraag om benzine en troep in te dammen. En verderop in Oost, aan de Mauritskade, lag een zielig half gezonken scheepje tussen drijvend afval. Waarachtig niet het enige daar.
Hogere liggelden
Een bootje hebben geeft behalve plezier ook zorg en kosten. Wie zijn schip aan een kade in Oost heeft liggen, zal gemerkt hebben dat de gemeentelijke rekening daarvoor de laatste jaren fors is gestegen. Hogere tarieven kunnen bijdragen aan verwaarlozing en verwezing als de eigenaar het niet langer kan of wil betalen. Maar uiteindelijk blijft hij verantwoordelijk voor zijn bezit en heeft hij de plicht er goed voor te zorgen.
Maar wat als dat niet gebeurt? Dan dreigen louter onaantrekkelijke scenario’s. Onderzoek van de IJopener wijst uit dat weesbootjes niet zomaar uit het water mogen worden gehaald. Dat kan door te volgen procedures soms maanden duren. Tot 2020 was het overheidsbedrijf Waternet – dat in 2011 de gemeentelijke dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam overnam – dé dienstverlenende en handhavende organisatie voor de binnenwateren van Amsterdam en omstreken. Maar met ingang van dit jaar is het team Nautisch Toezicht en Handhaving van Waternet teruggeplaatst naar de gemeente. Toen de IJopener dit voorjaar aangifte deed van weesbootjes aan de Stoker- en Borneokade kregen we eerst een automatische terugmelding van Waternet en later van de gemeente. Pas na wat heen en weer mailen kregen we bericht van een anonieme ambtenaar die ons erop wees dat onze meldingen onvolledig waren. Of er nog registratievignetten op de boten te zien waren (nee, want gezonken) en of we de locatiepin op de onlinekaart zo exact mogelijk wilden plaatsen (hebben we gedaan). Het had tot half mei nog niet geholpen.
In vertrouwen meldt de eerder genoemde oud-ambtenaar ons dat berging van weesbootjes enerzijds is ingeperkt door regelgeving die eigenaars beschermt en anderzijds een dure zaak is voor de gemeente als die er eenmaal mee aan de slag moet. Meestal kunnen de kosten niet worden verhaald omdat de booteigenaar onbekend is. Als het scheepje dan ten slotte wordt geborgen, kan het daarna – mits nog van enige waarde – worden geveild. Dat levert de gemeente weliswaar een beetje geld op, maar het is slechts een fractie van de werkelijke kosten. Boten zonder waarde worden gesloopt.
Niet afbreekbaar
Maar ook slopen is problematisch. De meeste plezierscheepjes zijn van glasvezelversterkt polyester. Een chemicus wijst ons erop dat polyester boten niet afbreekbaar en moeilijk, en alleen tegen relatief hoge kosten, recyclebaar zijn. Bij verbranding zouden veel gifstoffen vrijkomen. Voor houten en metalen boten zijn de problemen kleiner. Metaal is goed verwerkbaar. En hout kun je opstoken, hoewel met scheepsverf ook gif vrijkomt. Maar in hoeveelheden die onvergelijkbaar zijn met polyester.
Het negatiefste scenario is dat die verweesde kunststof bootjes blijven liggen. Ze vormen in feite een langzaam tikkende tijdbom. Ze trekken ook nog eens rotzooi aan en het ziet er niet uit. Met fietswrakken is de gemeente voortvarender. Misschien kan dat als voorbeeld dienen? ⋅
deel dit artikel: