Wie het Oostelijk Havengebied van dertig jaar geleden niet heeft gekend kan zich niet voorstellen hoe groot de metaformose is die het heeft doorgemaakt. Alice Roegholt, nu directeur van Museum Het Schip, vertelt als lokale kraker van het eerste uur hoe het proces van transformatie vanaf 1980 verlopen is. ‘We wisten niet wat we zagen. Al die havenbekkens gedempt, snelwegen van links naar rechts en van boven naar beneden. Dat was de visie. Daar kon niemand zich in vinden.’
Vanaf midden jaren zeventig raken in heel Europa stadshavens in onbruik. Ze zijn niet uitgerust voor de grote containerschepen die de wereldwijde handel gaan verzorgen. Voor een symbolisch bedrag koopt het Havenbedrijf de rangeerterreinen in het verpauperde Oostelijk Havengebied en neemt de regie daar over. In diezelfde periode is in de Indische Buurt de stadsvernieuwing van start gegaan, met een onverwachte kettingreactie tot gevolg. Net als nu was er voor jongeren nauwelijks woonruimte. De oude huizen in de stadsvernieuwingsgebieden worden op grote schaal gekraakt. Een groep krakers zoekt een nieuwe locatie wanneer er huisuitzetting in aantocht is en laat zijn oog vallen op het statige pand aan de Levantkade nummer 6. Zonder zich hiervan op dat moment bewust te zijn worden de krakers een belangrijke factor in de besluitvorming over de toekomst van het Oostelijk Havengebied.
Alice Roegholt was als kraker destijds direct betrokken bij de ontwikkeling van het gebied. Ze vertelt dat het Gemeentelijk Havenbedrijf helemaal niet zat te wachten op de krakers. Zij hadden geen ervaring met dit fenomeen en de eerste reactie was het afsluiten van gas en water. Wat Roegholt op dat moment niet weet is dat er krachten in de samenleving zijn die blij zijn met hun komst. Achter de schermen blijken de gemeentelijke diensten Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening de krakers te zien als wegbereider voor hun eigen plannen. Bij de gemeente ligt de opdracht om het gebied te ontwikkelen tot een woonwijk met meer dan 10.000 woningen, maar het Havenbedrijf voelt niet de urgentie deze plannen in gang te zetten.
Dempen havenbekkens voorkomen
‘Er was geen letterlijke tegenwerking, maar het ging gewoon niet gebeuren. Zij zaten daar nog met allemaal lopende contracten. Er was behoefte aan iemand die durfde te zeggen dat het nú moest gebeuren’, legt Alice uit. Het plan stond heel laag op de agenda maar de bemoeienis van de krakers zette het in één keer op de kaart. Roegholt vertelt dat zij inzicht kregen in de plannen, de zogenaamde structuurschets Oostelijk Havengebied. ‘We wisten niet wat we zagen. Al die havenbekkens gedempt, snelwegen van links naar rechts en van boven naar beneden. Dat was de visie. Daar kon niemand zich in vinden.’ Ze vertelt geanimeerd over de oppositie tegen het plan en belicht nuchter de praktische bezwaren: ‘De bekkens zijn zestien meter diep en het duurt jaren voordat de bodem inklinkt en je kan gaan bouwen.’ Tegen de gemeente werd gezegd: ‘Luister, er is geen Amsterdammer die dit gaat pikken, dat er zoveel zand in het water wordt gegooid.’ Om deze mening kracht bij te zetten wordt de goede relatie met Radio stad Amsterdam (voorloper AT5) ingezet om het plan onder de aandacht te brengen.
De groep Levantkade had inmiddels gezelschap gekregen van verschillende bootbewoners die de kades hadden gekraakt. Ook de panden Levantkade 8 en 10 werden gekraakt en later werd het kantinegebouw als Edelweiss door kunstenaars gekraakt. Gezamenlijk roepen ze op het gebied, en dan vooral het aangezicht van het open water, te behouden. ‘Wij vonden het een geweldige plek om te wonen. Je hoeft maar uit je raam te kijken en je hebt het mooiste uitzicht van de wereld.’ De uitzendingen van Radio Stad Amsterdam hebben effect. Amsterdammers zijn ontstemd over het plan en de ophef zorgt voor herziening van de structuurschets. ‘Het bleek dat er niemand van Volkshuisvesting was aangehaakt bij de planvorming.’ De ophef was de aanleiding voor de oprichting van de projectgroep Oostelijk Havengebied, die er uiteindelijk rond 1986 is gekomen.
Stadsvernieuwing
Volgens Roegholt ging de echt zware politieke strijd over de inspanningen van de groep om de havens te bestempelen als stadvernieuwingsgebied. ‘Een straatnaambordje op ons gebouw vermeldde Levantkade, Centrum. Dus wij zeiden ‘als die plannen er gaan komen, dan is het stadsvernieuwing.’ In navolging daarvan hebben wij voorstellen gedaan om bepaalde gebouwen en oude kranen te behouden.’ Volgens Roegholt zat niemand bij de gemeente op het traject van stadsvernieuwing te wachten: ‘Het was aangewezen als uitbreidingsgebied. Dat is uiteindelijk een keiharde strijd geworden.’
Voor een stadsvernieuwingsgebied is een kaderverordening van kracht en in zo’n gebied hebben de bewoners inspraak. Met het kraken van de kades waren er inmiddels een flink aantal bewoners bijgekomen. De krakersgroep besluit tot het organiseren van wandelingen door het Oostenlijk Havengebied. Radio Stad Amsterdam haakt aan en groepen Amsterdammers geven onverbloemd hun mening over het gebied.
Met ondersteuning van het ministerie van Ruimtelijke Ordening worden er studiereisjes naar andere Europese steden georganiseerd om onderzoek te doen naar het ‘Waterkadeplan’. Roegholt vertelt: ‘We gingen met een groep Amsterdammers naar Londen om te kijken hoe ze daar met de havengebieden om zijn gegaan. In Londen heb je bijvoorbeeld Wapping, waar alle pakhuizen zijn omgebouwd tot luxe appartementen. Dat is een keuze die je kan maken, maar alle kades waren privaat gebied. Dat vond niemand leuk. Ik hoor die Amsterdammers nog zeggen: Waar ken je dan aan een terrassie aan het water zitten?’
Het Waterkadeplan komt in de Amsterdamse raad ter stemming. Het wordt weliswaar niet aangenomen maar doordat er veel sympathie is, zijn wel veel van de uitgangspunten gerealiseerd. Het plan verliest het uiteindelijk op één stem. Volgens Roegholt voldoende voor de belangrijkste overwinning: ‘Er was zoveel aandacht geweest voor het plan. Verliezen op één stem betekent polderen. Het idee om de havenbekkens te dempen was echt van de baan.’
Geert Mak schreef het essay Wonderland in revisie, over de ontwikkelingen in het Oostelijk Havengebied tussen 1974 en 2002. Hij schrijft: ‘Het Oostelijk Havengebied is op veel plaatsen een magnifiek stuk stad geworden, gevarieerd gebouwd, modern en gelijk geworteld in het verleden, met kwaliteiten die wij sinds Berlage niet meer hebben gezien’. Het essay is onderdeel van het fotoboek Het Amsterdams Oostelijk Havengebied gefotografeerd 1974-2002 van fotograaf Han Singels. Een aantal foto’s hebben wij dankzij hem kunnen gebruiken bij dit artikel.
deel dit artikel: