Een succesvol initiatief uit Leidschendam krijgt opvolging in Amsterdam-Oost. Het project schoolmaatjes ONS slaat een brug tussen ouders van ‘nieuwkomers’ en de school van hun kinderen. Deelnemende vrijwilligers, ouders en scholen in Leidschendam en Den Haag zijn enthousiast. Voor Fouke Jansen aanleiding om de uitdaging aan te gaan en dit ook in Amsterdam te proberen.

De Bataviaschool, een overgangsschool in de Sumatrastraat die niet-Nederlandstalige leerlingen opvangt, reageert enthousiast. Ook een specialistische school heeft soms moeite om ouders te bereiken. Projectcoördinator Fouke legt uit dat maatjesprojecten voor taalverwerving en buurtbetrokkenheid er in vele vormen zijn, maar een project specifiek gericht op de verbinding tussen ouders en school bestond nog niet. ‘Het Nederlandse schoolsysteem gaat uit van betrokkenheid van de ouders, terwijl dit in andere culturen niet altijd vanzelfsprekend is. Er wordt hier van ouders verwacht dat zij zich actief opstellen en dat school en thuis geen gescheiden werelden zijn.’

De school selecteert de gezinnen die het meest baat hebben bij begeleiding. Fouke is verantwoordelijk voor de werving van de vrijwilligers en de matching met de gezinnen. Op dit moment zijn zeven gezinnen geselecteerd en hebben ten minste drie vrijwilligers zich aangemeld. Eind februari gaat de eerste proef van start.

Tijd en rust

De begeleiding van ouders en het goed overbrengen van informatie is in de kern een taak van de school. Moet de school ouders zelf niet meer bij de hand nemen? Fouke ziet het vooral als een waardevolle aanvulling. ‘De persoonlijke begeleiding door vrijwilligers gaat om één middag in de week, twee uur. Dat geeft de gelegenheid om schoolzaken in alle rust uit te leggen. Dat is tijd die leerkrachten niet hebben.’

Naast de begeleiding thuis gaan vrijwilligers met de ouders mee naar tienminutengesprekken. ‘Het is niet de bedoeling dat zij daar het gesprek voeren, maar het begrijpelijk maken van de informatie is waardevol.’ Fouke legt uit dat het voor ouders vaak moeilijk is om toe te geven dat ze zaken niet begrijpen en dat ze het spannend vinden om de school te vertellen over de thuissituatie. ‘Je leert ouders dat opvoeding een traject is waar je samen aan werkt.’ Begeleiding van ouders is dus de primaire taak, maar ook voor het kind is dit een steun in de rug. ‘Je laat aan ouders zien hoe zij betrokken kunnen zijn bij het leerproces.’

Betrokkenheid

Voor de vrijwilligers is het belangrijk dat ze geïnteresseerd zijn in andere culturen en daar ook voor open staan. Voor botsende opvattingen over wat wordt verstaan onder ‘een goede opvoeding’ is Fouke niet bang. ‘Het kan natuurlijk lastig zijn om te bepalen waar je iets van moet zeggen. Wat doe je bijvoorbeeld wanneer de televisie altijd aan staat? Je kan opperen dat dit niet goed voor de concentratie is, maar het is niet aan de vrijwilliger om echt in te grijpen.’ Volgens Fouke is het belangrijk dat vrijwilligers een vriendschappelijke band met het gezin opbouwen en zich niet als hulpverlener opstellen.

‘Voor de vrijwilligers naar een gezin gaan, krijgen ze twee avonden training over dit soort dilemma’s. Tijdens het traject, dat een jaar duurt, zijn er nog twee trainingen en drie intervisiebijeenkomsten.’

De eerste verhalen van de projecten in Leidschendam en Den Haag zijn in ieder geval positief. Vrijwilligers prijzen de hechte band die ze hebben opgebouwd met de gezinnen en blijven vaak na het project nog betrokken. Aan Fouke nu de taak om dit in Amsterdam-Oost te herhalen en met succesverhalen instellingen te overtuigen van het belang van deze aanpak. ⋅

Meer weten of je aanmelden als vrijwilliger? Neem dan contact op met Fouke Jansen via foukejansen@schoolmaatjesons.nl of kijk op schoolmaatjesons.nl.


deel dit artikel: